Zo krijg je een empathisch kind: ‘Het is de basis van alles’

[ad_1]

Miranda Tollenaar (50) kreeg door haar eigen dochter Mica (6) een spiegel voorgehouden toen een dakloze haar aansprak. Of hij haar iets mocht vragen? Miranda reageerde afwijzend, ze wist wat de vraag zou zijn en had geen zin om geld te geven. “Even later zei Mica: ‘Maar mama, die meneer mag je toch wel iets vragen?’ Ze maakte mij weer even bewust van wat je hoort te doen: omkijken naar je medemens. Dus toen hebben we samen sokken gekocht voor die meneer – het was erg koud – en die aan hem gegeven.”

Sindsdien delen ze vaker warme sokken uit aan de daklozen van de opvang bij hen in de straat. “Dat komt allemaal vanuit Mica. We hebben al zo’n dertig paar weggegeven. Het is makkelijk om daklozen als overlast te zien, maar je kunt ze ook omarmen en ze behandelen zoals je familie zou behandelen. Dat laatste is wat ik Mica wil meegeven. Ik vind het belangrijk om haar te leren zonder oordeel te kijken naar mensen die misschien anders zijn of in een andere situatie zitten dan wij. Om zich in hen te verplaatsen, begrip voor ze op te brengen en met ze te verbinden.”

Belangstelling voor anderen 

Door zelf op een empathische manier over anderen te praten, hoopt Miranda Mica dezelfde vaardigheden bij te brengen. “Op onze BSO is bijvoorbeeld een vader die een deel van zijn arm mist. Voor een kind kan dat soms best even opmerkelijk zijn. Wij hebben het daar thuis over gehad, over hoe het voor hem moet zijn. Dat het zo knap is van die vader wat hij allemaal nog kan met die arm. We hebben onze eigen arm weggestopt in onze mouw om te ervaren hoe lastig dat is.”

Een andere manier waarop Miranda haar dochter leert zich in te leven in de gevoelens van anderen, is door elke avond samen de dag door te nemen. “Ik stel haar dan vragen over vandaag en morgen, maar moedig haar ook aan te vragen hoe míjn dag was. Hoe vaak maak je niet mee dat je een gesprek hebt en je gesprekspartner nooit een wedervraag stelt? Als moeder ben je geneigd je kind centraal te stellen, maar ik vind het leuk om haar te leren ook belangstelling te hebben voor anderen. Ik hoop dat ze later een gesprekspartner wordt voor vriendinnen bij wie ook ruimte is voor hun verhaal.”

Veel gedoe voorkomen 

Moeder, pedagoog en basisschoolleerkracht Ingeborg Dijkstra (52) onderkent het belang van empathisch vermogen. “Empathie is wat mij betreft de basis van alles. Bij alles wat ertoe doet in het leven, heb je dat gevoel nodig. Je kunt pas goed samenwerken, mensen vertrouwen en relaties onderhouden als je ook empathisch kunt zijn. Als dat gevoel niet of minder goed ontwikkeld is, dan liggen (voor)oordelen, onbegrip en in het ergste geval geweld op de loer. Wat meer empathie kan ontzettend veel gedoe voorkomen.”

De Canadese docent Mary Gordon en oprichter van het schoolprogramma Roots of Empathy zegt tegen de Correspondent dat empathie bestaat uit verschillende onderdelen: een cognitieve en een affectieve component. Die eerste is het vermogen je te verplaatsen in het perspectief van de ander. Psychopaten, van wie altijd wordt gezegd dat ze geen empathie kennen, zouden dit wel degelijk kunnen. Maar de affectieve component, het vermogen mee te voelen met een ander, die missen ze.

Gewoon aan te leren 

Voor de rest van de mensheid is empathie – in z’n geheel – gewoon aan te leren. Gordon vergelijkt het met een spier waarmee je wordt geboren en die je regelmatig moet trainen om hem niet te laten verslappen. En juist daarom vindt ook Ingeborg Dijkstra dat daar een taak voor opvoeders ligt. “Als zoiets belangrijks aan te leren is, dan moet je daar iets mee.”

Op de basisschool waar Ingeborg lesgeeft, werken ze met het programma De Vreedzame School om kinderen onder meer te leren conflicten constructief op te lossen en verantwoordelijkheid te dragen voor het sociale klimaat in de klas. “Als kinderen leren zich in anderen te verplaatsen, zullen ze minder geneigd zijn elkaar te pesten, te kwetsen of pijn te doen.” Bij het programma worden ook ouders betrokken.

Ingeborgs eigen kinderen zijn inmiddels volwassen, maar ook die heeft ze van jongs af aan empathie bijgebracht. “Ik kreeg drie kinderen in een jaar, dus ze moesten al snel leren op hun beurt te wachten en dingen te delen. Dan wordt er weleens gemept of geschopt of speelgoed afgepakt. Dat hoort er nu eenmaal bij. Tegen een 1-jarige kun je niet zeggen: Kijk nou wat je hebt gedaan, hoe zal hij zich voelen?”

“Tot de kleutertijd zijn kinderen heel egocentrisch, ze beleven alles vanuit het ik. Maar je kunt dan al wel de gevoelswoorden leren. ‘Je broertje huilt, hij is verdrietig, kijk, er komen tranen uit zijn ogen.’ Die woordenschat meegeven is het begin. Als ze wat groter zijn, kun je bijvoorbeeld aan de slag met spelletjes of prentenboeken waarin gezichtsuitdrukkingen staan. ‘Aap voelt zich verdrietig, waar kun je dat aan zien?’ ‘Hoe zou dat komen? Voel jij je ook weleens verdrietig?’ Het boek ‘Samen, laten we aardig zijn voor elkaar’ vind ik een aanrader.”

Knuffel of tekening?

Ook een huisdier kan volgens Ingeborg helpen om kinderen empathie bij te brengen. “Het kan ook een pop of een knuffel zijn; zolang het maar iets is om voor te zorgen.” Als kinderen eenmaal wat taalvaardiger zijn, is de manier waarop je ruzies oplost een manier om ze te leren begrip op te brengen voor de ander.

“Veel mensen vinden het logisch dat je sorry zegt als je een ander pijn hebt gedaan, maar dat kan ook hol en betekenisloos zijn. Op school zeggen wij tegen degene die iets is aangedaan: ‘Wat heb je nodig? Wat wil je nu het liefst?’ Het ene kind wil even alleen worden gelaten, een ander wil graag een knuffel of een tekening van de aanstichter. Zo leren kinderen ook onder woorden brengen waar ze zelf behoefte aan hebben, met andere woorden: empathie te hebben voor zichzelf.”

Emotiespel 

Om kinderen te leren begrijpen dat dingen voor de een heel anders kunnen zijn dan voor de ander, doen ze op de school van Ingeborg weleens het emotiespel. De gymzaal wordt dan verdeeld in vier vakken die de basisemoties – boos, blij, verdrietig, bang – vertegenwoordigen. De kinderen krijgen vervolgens vragen voorgelegd, waarna ze naar de emotie moeten lopen die voor hen het best op die vraag van toepassing is.

“Dat kan bijvoorbeeld de vraag zijn: ‘Je bent morgen jarig en mag uitdelen, hoe voel je je?’ Dan denk je misschien dat de hele klas naar ‘blij’ rent, maar er zijn er altijd een paar die naar ‘bang’ gaan. Omdat ze bang zijn dat papa en mama geen geld hebben voor een traktatie bijvoorbeeld. Dat is een mooie manier om kinderen te laten inzien dat wat hen blij maakt, een ander misschien bang kan maken of verdrietig. En vervolgens kun je het gesprek daarover aangaan.”

Empathie als verplicht vak?

Ook zonder een officieel vak ‘empathie’ doen scholen dus al het nodige om het onderwerp empathie onder de aandacht te brengen. Zouden we in Nederland ook baat hebben bij een verplicht vak, zoals in Denemarken? Ingeborg: “Ik vind zeker niet dat het verplicht moet worden, als leerkrachten moeten we al zoveel. Natuurlijk moet er aandacht zijn voor het aanleren van empathie, en dat doen we al in onder meer het vak burgerschap. Maar het moet ook – vooral – thuis gebeuren.” Moeder Miranda deelt die mening: “Ik denk dat je als ouder de verantwoordelijkheid hebt om dit soort vaardigheden aan te leren en dat school daarop een mooie aanvulling kan zijn – niet andersom.”

[ad_2]

https://www.rtlnieuws.nl/lifestyle/artikel/5403547/ethiek-empathie-aanleren-kinderen-opvoeding-verplicht-schoolvak