[ad_1]
Neem de drukke Turnhoutsebaan in Antwerpen. Je kunt er de uitlaatgassen vaak gewoon ruiken. De bollen op de kaart van het Curieuzeneuzen-luchtkwaliteitsonderzoek kleuren ook donkerpaars, wat op ronduit slechte lucht wijst. Iedereen kent wel zo’n baan, en een grote groep Belgen woont ook in een wijk waar de lucht volgens de Wereldgezondheidsorganisatie niet gezond is.
Een nieuwe analyse schetst een verontrustend beeld van de gezondheid in wijken met sterk vervuilde lucht. Jongeren en volwassenen die in een wijk leven waar veel fijnstof in de lucht hangt, hebben gemiddeld 10 procent vaker de huisarts nodig dan landgenoten die in een wijk met relatief gezonde lucht leven.
Het onderzoek, gepubliceerd in het vaktijdschrift Environmental Research, is uitgevoerd door een consortium van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, onderzoekers van de KU Leuven, UHasselt, Vito en Ircel, de Intergewestelijke cel voor het Leefmilieu. Ze legden het aantal bezoeken aan de huisarts van ruim 1,2 miljoen Belgen naast de fijnstofconcentratie (PM2,5) in de wijken waar ze wonen (in het pre-coronajaar 2019). De onderzoekers hielden rekening met onder meer leeftijd en sociaal-economische status, en met verschillen tussen stedelijk en landelijk gebied. Anders gezegd: de vorsers vlakten alle verschillen tussen wijken uit, behalve dan de kwaliteit van de lucht. Ze hielden er bijvoorbeeld rekening mee dat mensen in wijken met vervuilde lucht minder dan gemiddeld verdienen.
Depressie en astma
Zo konden de onderzoekers het pure effect van fijnstof in de buitenlucht op de gezondheid van jongeren (10 tot 24 jaar) en volwassenen (25 tot 64 jaar) bovenspitten. In cijfers: volwassenen die in een wijk wonen met de schoonste lucht (tot 7,5 microgram fijnstof per kubieke meter) gaan jaarlijks gemiddeld bijna 3 keer naar de huisarts. De groep die in wijken woont met de slechtste lucht (meer dan 14,6 microgram fijnstof per kubieke meter) raadpleegt gemiddeld 3,3 keer per jaar een huisarts, of 10 procent vaker. Jongeren gaan minder vaak naar de huisarts dan volwassenen, maar ook daar bestaat een verschil van 10 procent tussen wijken met de meest en de minst gezonde lucht.
Het is een vaststelling die Stijn Verhulst allerminst verbaast. Hij is diensthoofd Kindergeneeskunde in het UZ Antwerpen en onderzoekt het effect van luchtvervuiling, maar was niet betrokken bij deze studie. “We hebben veel astmapatiënten die in de stad Antwerpen wonen en die in de zomer naar hun familie in Marokko trekken. Regelmatig vertellen ouders ons dat hun kinderen tijdens de vakantie geen medicatie nodig hebben. Maar zodra de kinderen weer in Antwerpen zijn, gaat het weer slechter met hun astma. Zodra de kinderen weer in ongezonde lucht zitten, dus.”
Het is geweten dat luchtvervuiling allerlei aandoeningen, waaronder astma, depressie en hart- en vaatziekten in de hand werkt. Deze studie zoomt evenwel niet in op de specifieke klachten van mensen die vaker naar de huisarts trekken, maar zet veeleer een stap achteruit om het grotere plaatje te schetsen van wat ongezonde lucht met de gezondheid doet. “De effecten van luchtvervuiling zijn zeer breed, fysiek en mentaal”, zegt Luk Bruyneel (Onafhankelijke Ziekenfondsen en KU Leuven), die het onderzoek heeft geleid. “Door het aantal doktersbezoeken te analyseren, nemen we alles samen. Dat geeft een breed beeld van de impact van luchtvervuiling. Iederéén is het slachtoffer van een lage luchtkwaliteit.”
Dat zegt ook Tim Nawrot, professor milieu-epidemiologie (UHasselt en KU Leuven), die heeft meegewerkt aan het onderzoek. “Een verschil van 10 procent voor consultaties is groot. Het toont aan dat luchtverontreiniging echt een probleem is voor de volksgezondheid.”
Grote besparing
Het is ook een probleem dat de overheid veel geld kost. De studie becijfert dat als alle Belgen tussen 10 en 64 jaar in wijken zouden wonen met de laagste fijnstofconcentratie, er alleen al onder de leden van de Onafhankelijke Ziekenfondsen – goed voor 19 procent van de bevolking – bijna 320.000 consultaties bij de huisarts uitgespaard zouden worden.
Omgerekend naar alle Belgen zou het wegvallen van die extra consultaties bij de huisartsen een besparing betekenen van 43 miljoen euro per jaar. In werkelijkheid zou de besparing veel groter zijn, doordat er minder medicatie terugbetaald zou moeten worden, er minder patiënten doorgestuurd moeten worden naar specialisten en ziekenhuizen, er minder werkuitval zou zijn …
“We worden allemaal continu blootgesteld aan luchtvervuiling”, zegt Nawrot. “De luchtkwaliteit is in de loop van de jaren al wel verbeterd. Maar het is nog maar eens aangetoond dat we er sterker op moeten inzetten.”