[ad_1]
“Jij ziet eruit als een soort barbapapa, met verschillende kleuren.” Aan de eettafel van haar huis in Den Dolder vertelt Tjarda Struik wat het betekent om nog maar 5 procent te kunnen zien. “Ik zie vooral vlekken. En met logisch nadenken kan ik daar vaak wat van maken. Als ik bijvoorbeeld bij iemand thuis ben, dan zie ik een grote vlek in de woonkamer. Het zou gek zijn als dat een bed is, dus dan moet het de eettafel zijn. Maar als je stilzit en maar één kleur aan hebt, dan zou je ook een stoel kunnen zijn.”
Blindfluencer
Tjarda werd bekend als ‘blindfluencer’. Op TikTok plaatst ze filmpjes over het leven met slecht zicht, zodat mensen een beperking zoals die van haar als iets normaals gaan zien. Die filmpjes begint ze standaard met de zin ‘Hoi, ik ben Tjarda en ik ben bijna blind’. Vervolgens zien gebruikers haar met de nodige humor waterskiën, een ei bakken of oefeningen doen in de sportschool. “Ik wil gewoon alles proberen. Het kan best, denk ik dan. Ik vind het leuk als het lukt. En anders lukt het niet.”
Alles proberen zit er van jongs af aan in. “Ik was zes toen we ontdekten dat er iets niet goed was met mijn ogen. Ik zat in groep 3 en om iets van het bord te kunnen zien, maakte ik een soort verrekijker met mijn handen. Vanaf dat moment ging het steeds verder achteruit. Al denk ik achteraf dat het al langer speelde: als mijn vader naar de zaak ging dan zwaaide hij altijd, vertelde mijn moeder. Maar ik zwaaide nooit terug. Ik zal het dus niet gezien hebben.”
Gewoon proberen
Ze gingen van oogarts naar oogarts, zelfs in het buitenland, om te ontdekken wat er nou aan de hand was. Niemand wist het, anders dan dat het een vorm van maculadegeneratie moest zijn, een ziekte die vooral oudere mensen hebben. Pas tien jaar geleden kreeg ze de echte diagnose: kegel-staafdystrofie. “Dat betekende dat mijn zicht steeds verder achteruit zou gaan, tot er ongeveer 5 procent overblijft. Daar ben ik nu.”
‘Probeer het maar gewoon’, zeiden haar ouders altijd bij alles wat ze deed. “Ik kom uit een ondernemersgezin (haar vader was eigenaar van conservenfabriek Struik, red.), dus denken in mogelijkheden zit ook wel in mijn aard. En vroeger ging het ook zo: ik kon niet goed lezen in een normaal boek, dus printten we mijn boeken op A3-formaat. Op het bord werd een ander kleur krijt gebruikt. En bij gym hingen er gekleurde doeken over toestellen of gebruikten we een bal met een belletje erin, zodat ik kon horen waar die was.”
“De houding van mijn ouders heeft me enorm geholpen om te zijn wie ik nu ben. Ik ben gewend dat ik overal meer moeite voor moet doen. Dat geldt voor iedereen met een beperking, dingen gaan gewoon wat moeilijker dan als je gezond bent. Maar dat betekent niet dat ze niet kunnen, ik moet soms alleen wat langer bedenken hoe.”
Grote droom
Dus ging ze – na een studie psychologie in Groningen, verschillende banen in de zorg en lidmaatschap van de gemeenteraad van Zeist – voor haar grote droom: burgemeester worden. Nou ja, één kleine kanttekening: “Ik wilde eigenlijk dierenarts worden. Maar wie wil zijn konijn nou aan mij geven voor een prikje? Dat gaat gewoon niet gebeuren. Gelukkig vind ik mensen ook heel interessant.”
In 2015 kwam ze via het netwerk van haar vader in contact met Gerdi Verbeet, voormalig voorzitter van de Tweede Kamer. “Ik vind haar gewoon gigantisch goed. Ze nam de tijd om met mij te kijken naar politiek, of dat iets voor mij zou kunnen zijn en zo ja, bij welke partij. Het werd de VVD, niet omdat ik het met alle standpunten eens ben, maar wel omdat de partijcultuur bij mij past. Ik woonde net in Den Dolder en heb contact opgenomen met de lokale fractie in Zeist, waar Den Dolder onder valt. Daar heb ik als raadslid de portefeuille duurzaamheid.”
“En nu word ik burgemeester ja. Manmanmanmanman. Dat is wel wat.” Hoe dat ging? Ook weer door er gewoon voor te gaan. “Ik had het geluk dat ik bij de VVD in Zeist verschillende opleidingen kon doen. En toen iemand mij benaderde of ik mensen met een beperking kende voor het oriëntatieprogramma voor burgemeesters van het ministerie van Binnenlandse Zaken, heb ik gevraagd of ik het zelf niet kon doen.”
Het plaatje
Het oriëntatieprogramma is er voor mensen die ambitie hebben om burgemeester te worden maar geen ervaring hebben als wethouder. “Dat was in eerste instantie alleen voor vrouwen, omdat er weinig vrouwelijke burgemeesters waren. Daarna werd het steeds breder: voor mensen met verschillende culturele achtergronden, mensen met verschillende seksuele voorkeuren – dat kan blijkbaar soms ook ingewikkeld zijn…” Lachend: “Maar mensen met een beperking hadden ze volgens mij nog nooit gehad.”
Burgemeester worden. Hoewel ze al jaren vertelde dat ze dat wilde, had ze er nog niet over nagedacht of het ook echt kon. “Ik pas niet in het plaatje dat ik zelf van een burgemeester had. Een wat oudere, statige, licht autoritaire man die alles heel weloverwogen doet. Dat ben ik niet, en ga ik ook niet worden. Maar na afloop van het oriëntatieprogramma wist ik: ik kan mezelf blijven en burgemeester zijn. Dat vond ik belangrijk.”
Huilen
Ze solliciteerde op de vacature voor burgemeester van Leiderdorp – en werd voorgedragen. “Toen we nog met twee kandidaten over waren, vroegen ze of ik op de avond dat het bekend zou worden in de buurt van Leiderdorp wilde zijn, want dan kon ik gelijk naar hen toekomen als ik het was geworden. Mijn man en ik werden daar in een café geparkeerd en rond 21.00 uur zou ik gebeld worden. Maar in het café was het druk, en ik wist: of ik het nou word of niet, ik ga huilen. Dus zijn we rondjes gaan rijden. En om 21.45 uur belden ze.”
“Natuurlijk moest ik huilen, ik kon het echt niet geloven. Dat is een partij lef hoor, dat ze voor mij hebben gekozen! Ik kan heus wel wat, dat weet ik. Maar ik ben jong, heb geen bestuurlijke ervaring en ben dan ook nog eens bijna blind. Maar ze zeiden dat ik het best pas bij wat ze zoeken. Ik ben enthousiast en direct, en ik zeg het ook eerlijk als ik iets niet weet. Dat ze het met mij aandurven, voelt heel goed.”
Nu is het grote voorbereiden begonnen: half november wordt ze geïnstalleerd. “We moeten een huis zoeken in Leiderdorp en de kinderen voorbereiden op dat we daarheen gaan – dat vind ik nog wel het spannendst: ze zijn 3 en 5, hoe gaan zij het daar hebben? Daarnaast heb ik gesprekken met de burgemeester van Waalre, die ook bijna blind is en tips kan geven, gesprekken met de griffier over hoe zij mij kan ondersteunen bij dingen die ik niet kan, kennismakingsgesprekken met de wethouders.”
Aanbod van tandemclub
“Maar hoewel ik veel verschillende banen heb gehad, heb ik nog nooit een nieuwe werkplek gehad waar er zo werd meegedacht als nu. Er worden al hulpmiddelen geregeld, er wordt gekeken naar een taxi zodat ik veilig van en naar mijn werk kan. Er zijn zelfs zes mensen – inwoners en raadsleden – die hebben aangeboden om mij te halen en brengen. En een tandemclub die fietst met mensen met een visuele beperking wilde ook wel helpen. Supermooi! Het is alleen ook ingewikkeld, wat als je afhankelijk bent van iemand die negatief wordt geraakt door iets wat in de gemeenteraad wordt besloten? Dat moet ik niet doen.”
Ook wordt er binnenkort geoefend met het voorzitten van vergaderingen. “Dat stelde de griffier voor. Die zei: dat is ook nog eens hartstikke lachen. We vragen gewoon wat ambtenaren om mee te doen, of raadsleden die ruimte hebben in hun agenda. We moeten dan bijvoorbeeld kijken hoe de griffier het het best aan mij kan laten weten als raadsleden moeilijk, boos of gekwetst kijken. Want dat zie ik niet. En tijdens een raadsvergadering moet ik langere stukken voorlezen. Dat lukt niet, dus waarschijnlijk gaat de griffier dat doen en dan ga ik er serieus naast staan kijken. En misschien doe ik dan de laatste zin.”
Kippenvel
“Dat mijn probleem iets wordt wat we als gemeente gaan oplossen. Daar krijg ik kippenvel van, nu ook weer. Het voelt zo welkom.”
Het voelt dan ook vooral goed om over een paar maanden te kunnen beginnen. Al is ze naar eigen zeggen ‘niet naïef’. Er zullen ook mensen niet blij met haar zijn, bedreigingen uiten zelfs. “Natuurlijk, ik weet zeker dat er een moment komt dat dat gebeurt. Het hoort er tegenwoordig helaas bij. Mensen zullen zeggen dat ik iets niet kan omdat ik vrouw ben, jong, bijna blind of geen wethouderservaring heb. Ik moet door die zure appel heen. Ik ben vast een vangnet aan het regelen met onder andere een coach, zodat ik daarover kan praten – en aan het bedenken wat ik ga doen als er bedreigingen komen.”
Het klinkt zo niet als een heel leuke periode die Tjarda en haar gezin te wachten staat. Maar daar denkt ze zelf anders over. “In het burgemeesterschap zit alles wat ik leuk vind en tot nu toe heb gedaan. Ik was manager in de gehandicaptenzorg en vond het daar leuk om te handelen onder druk. Ik houd ervan om op een podium te staan en iets teweeg te brengen bij mensen. Ik vind het leuk om een boegbeeld te zijn – dat ben ik nu via TikTok ook voor mensen met een beperking – maar ook om achter de schermen vragen te stellen waardoor oplossingen kunnen worden gevonden. En ik vind het mooi om er te zijn voor mensen die blij zijn, maar ook voor mensen die huilen; dat is de psycholoog in mij.”
Burgemeester Tjarda
Naast het in goede banen leiden van de gebeurtenissen in de gemeente Leiderdorp, hoopt Tjarda met haar burgemeesterschap nog een doel te bereiken. “Dat mensen die om welke reden dan ook aan zichzelf twijfelen, zien: als zij dat kan, dan mag ik ook dromen en ervoor gaan.” Want dat kan ze waarschijnlijk minder gaan doen met haar TikTok. Rijksambtenaren mogen dat niet op hun werktelefoon hebben, en hoewel ze geen rijksambtenaar wordt voelt het vreemd als zij dat dan wel zou doen, zegt ze. “We hebben daar wel gesprekken over, waarschijnlijk kan ik het op mijn privételefoon houden en met mijn filmpjes iets laten zien van het burgemeesterschap. Zodat het iets minder afstandelijk, stoffig en mysterieus lijkt.”
Nu begint het aftellen naar de eerste werkdag. Hoe die eruit gaat zien? “Mega-ongemakkelijk denk ik. Ineens ben ik dan ‘de burgemeester’, dat lijkt me heel gek. Ik hou ervan als mensen gewoon zichzelf zijn bij mij, maar doordat er burgemeester voor mijn naam staat zal dat straks moeilijker worden. Misschien moet ik me wel met u laten aanspreken, want tutoyeren kan afdoen aan mijn gezag, zeker bij oudere mensen. Ik ben natuurlijk al zo’n piepeltje van 37. Maar ik zou liever ‘burgemeester Tjarda’ worden dan ‘burgemeester Struik’. Dat klinkt gewoon leuker en benaderbaarder. Of dat vaker gebeurt? Ik heb eigenlijk geen idee. Maar dat iets niet gebeurt betekent toch niet dat het niet kan?”
Zondaginterview
Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto’s van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar diegene bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.
Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl
Lees hier de eerdere zondaginterviews.