“Na mijn passage bij Civitanova volg ik de Italiaanse competitie met extra aandacht”, vertelt Stijn D’Hulst. “Vooral ook omdat het een van de beste competities ter wereld is. Zo weet ik dat we weinig conclusies kunnen trekken uit de voorlopige zesde plaats van Piacenza in de competitie. Zij waren enkele maanden op de sukkel door blessures maar steken – helaas voor ons misschien – de jongste weken in bloedvorm. De manier waarop ze competitieleider Perugia in de halve finale uit de Italiaanse beker knikkerden en vervolgens de finale wonnen tegen Trentino, is veelzeggend. Ze wonnen telkens met een droge 3-0. Het wordt voor ons in twee wedstrijden sowieso aartsmoeilijk tegen de kersverse Italiaanse bekerwinnaar in topvorm.”

Klinkende namen

“Piacenza heeft een resem klinkende namen in de spelerskern”, vervolgt de Roeselare-spelverdeler. “Mijn collega-passeur is de Franse olympische kampioen Antoine Brizard, terwijl ze op de hoeken de internationaal gelauwerde Brazilianen Ricardo Lucarelli en Yoandy Leal hebben. Hoofdaanvaller is het jonge Italiaanse talent Yuri Romano. Het wordt een serieuze uitdaging om het tegen zo’n sterke tegenstander op te nemen.”

“Wij hebben voldoende Europese ervaring om te beseffen dat we zowel in de heen- als in de terugmatch ons allerbeste niveau zullen moeten halen om een kans te maken op een ticket voor de finale van die CEV Cup”, besluit D’Hulst. “We geloven wel dat die kans er is. We hopen dinsdag op een bomvolle Tomabelhal om ons te steunen. Het zou me verbazen want dit is toch de halve finale van een Europese beker, maar misschien onderschatten de Italianen ons wel. We zullen onze huid in elk geval zo duur mogelijk verkopen. We kijken uit naar wat eens te meer een Europese topavond moet worden.”