Sonja ging na 19 jaar in gesprek met haar verkrachter: ‘Ik heb hem een knuffel gegeven’

[ad_1]

“Ik ga dood. Mijn ouders gaan me straks zoeken als ik niet thuiskom en vinden dan hier mijn lichaam.” Sonja kijkt even nadenkend in de verte. Nu, op een donderdagochtend in maart 2023, zit ze met een latte macchiato voor zich aan een hoge tafel in een Arnhems restaurant. Het is een prettige, lichte ruimte met veel ramen en uitzicht op het water. Toen, op 8 september 2003, was het donker om haar heen. Terwijl een wildvreemde man met een mes haar op een verlaten plek dwong tot seks, stond ze doodsangsten uit.

Iets voor middernacht fietste Sonja (toen twintig jaar oud) die avond van het huis van haar vriendje in het Gelderse Doorwerth terug naar haar ouderlijk huis in Heelsum, een dorpje verderop. Ze trapte door een bosrijk gebied, over een fietspad langs een doorgaande weg. Hoewel ze meestal wat vroeger naar huis ging, reed ze daar wel vaker alleen in het donker. Bang was ze eigenlijk nooit. “Ik geloofde heel sterk in de goede bedoelingen van mensen, was naïef.”

Ook toen in de verte plotseling een donker geklede man opdoemde, ging ze niet meteen van het ergste uit. Hij versperde haar de weg en greep haar stuur vast. “Hoe laat het was, vroeg hij. Er was daar vlakbij een bushalte. Hij wil weten wanneer de bus komt, dacht ik nog even. Al vond ik het wel gek dat hij mijn fiets vasthield.”

Sonja pakte haar telefoon uit haar binnenzak. “Toen ik weer opkeek, zag ik in zijn hand een uitgeschoven stanleymes. Toen pas dacht ik: dit is foute boel.”

De man sommeerde haar te doen alsof hij haar vriendje was en mee te lopen. “Je moet lief zijn, niet stout. Mijn mes is scherp.” Achter een vuilcontainer dwong hij de jonge vrouw om zich uit te kleden. Daarna verkrachtte hij haar, nog altijd met het mes in zijn handen. 

Uiterlijk onbewogen vertelt Sonja hoe ze hem eerst herhaaldelijk vroeg om te stoppen. Halverwege ging een knop om in haar hoofd en dacht ze: “Hij wil klaarkomen. Als dat gebeurt heeft hij zijn doel bereikt en gaat hij weg.”

Dat deed hij. Maar niet voordat Sonja in haar hoofd al afscheid nam van het leven, van haar ouders en haar broertje. Ze krijgt tranen in haar ogen als ze daaraan denkt. “Als ik alle gevoelens van dat moment echt toelaat, wordt het me nog steeds te veel.”

‘Gaat het?’

Sonja vertelt verder. Hoe hij voor hij haar achterliet nog vroeg: “Gaat het verder zo?” Hoe ze haar bh onder haar bagagedrager stopte. Hoe ze schreeuwend en huilend naar huis fietste, doodsbang dat hij zich zou bedenken en haar achterna zou komen. Hoe haar moeder 112 belde nadat Sonja was binnengekomen en had geroepen: “Die klootzak heeft me verkracht!”

Er volgde een politieonderzoek en al snel een arrestatie. Maar wel van de verkeerde man. “Ik zag hem in de supermarkt en was ervan overtuigd dat hij het was. Ik belde de politie. Maar hij was het niet. Daar heb ik me zo schuldig over gevoeld.”

Schuldgevoelens waren er wel meer. “Ik dacht soms: het was maar een stanleymes. Hoe erg had hij me kunnen verwonden? Had ik niet moeten vechten? En ook: was er ergens een moment dat ik weg had kunnen fietsen, nadat hij me staande had gehouden?”

Bang

Wat het er allemaal niet beter op maakte: “Er waren ook andere mensen die zeiden: je had daar niet alleen moeten fietsen zo laat.”

En dan was er nog die enorme angst. “Ik durfde ’s nachts niet van mijn slaapkamer af, durfde niet naar de wc. Waar is hij nu, vroeg ik me steeds af. Duikt hij ineens weer op?”

Na twee maanden had de politie wél beet. Haar verkrachter, een man van halverwege de dertig, werd opgepakt. Sonja bleek niet zijn enige slachtoffer te zijn. Er volgde een rechtszaak waarin hij – in het voorjaar van 2004 – werd veroordeeld voor twee verkrachtingen en een aantal schennisplegingen. Justitie had nog meer verdenkingen, maar die werden niet bewezen. In krantenartikelen werd de man een serieverkrachter genoemd.

Monster

“Voor de rechtszaak zag ik hem als een monster. Ik was zo zenuwachtig, had buikpijn. Maar daar zat hij, met gebogen hoofd. Hij bleek een vrouw te hebben en jonge kinderen. Ook had hij een goede baan. Er zaten bekenden van hem in de zaal, die hem kenden als een lieve man en dit nooit hadden verwacht. Wat ik daar zag, was een mens.”

Sonja vertelt hoe in de rechtbank bleek dat hij een persoonlijkheidsstoornis had. “Ook dat heeft me geholpen anders naar hem te kijken.” Het nam niet weg dat Sonja de straf die hij kreeg – dertig maanden cel en tbs met voorwaarden – op dat moment veel te laag vond. “Ik wilde de allerhoogste straf, voor wat hij mij, de andere slachtoffers en de mensen om ons heen had aangedaan.”

Met haar verkrachter achter de tralies, pakte Sonja haar leven weer op. Ze begon aan een studie sociaal-juridische dienstverlening. Ze volgde gemotiveerd de lessen, behalve als die heel vroeg of heel laat op de dag waren. “Ik durfde niet door het donker en ontwikkelde een dwangstoornis. Ik controleerde voortdurend alle ruimtes, zit er iemand in? En ik keek altijd onder m’n bed. Tien jaar lang heb ik dat gedaan, tot ik uiteindelijk in gedragstherapie ging. “

Iemand anders geworden

Het blije naïeve ei met de roze bril, dat Sonja naar eigen zeggen was geweest vóór de verkrachting, was er niet meer. Een beschadigde jonge vrouw was ervoor in de plaats gekomen. Ze ging door, dat wel. Na haar studie ging ze werken, later werd ze moeder van twee. Maar angsten bleven een rol spelen. “Nog steeds spelen die op, als ik veel stress heb bijvoorbeeld.”

In 2010 zocht ze contact met de ex-vrouw van de man die haar verkrachtte. “Ook voor haar heb ik het altijd heel erg gevonden, zij was ook slachtoffer. We wisselden gevoelens uit. En ze schetste hoe hij als haar man was geweest. Dat was opnieuw een moment dat hij minder monster en meer mens werd.”

Weer een aantal jaar later las Sonja een boek van een Amerikaanse schrijfster, ook slachtoffer van seksueel geweld: “De situatie was anders, zij werd verkracht in haar eigen huis. Maar ik herkende heel veel in haar verhaal. Die schuldgevoelens en angsten waar ik mee rondliep, die waren dus niet raar. Ik had daar heel veel aan.”

Andere slachtoffers helpen

Om andere slachtoffers hier in Nederland datzelfde gevoel van steun en herkenning te geven, besloot Sonja ook een boek te schrijven. “Als ik er maar één persoon mee verder heb geholpen, is dat winst.”

Dat gevoel om iets voor lotgenoten te willen betekenen, vertaalde zich ook in haar werk. Sonja zette een project op om slachtoffers van seksueel geweld te ondersteunen. Onlangs ging ze aan het werk bij Slachtofferhulp. Tijdens haar werk daar, kwam Sonja in contact met Perspectief Herstelbemiddeling. Dat is een instantie die betrokkenen van een ingrijpende gebeurtenis met elkaar in contact brengt als daar behoefte aan is. Zo kan het slachtoffer van een misdrijf de dader bijvoorbeeld ontmoeten.

Zou ik mijn verkrachter willen ontmoeten, begon Sonja zich af te vragen. “Ik had al veel over hem gepraat, maar nog nooit met hem. Hoe is zijn leven verlopen sindsdien? Hoe is het hem vergaan als mens?”

Een medewerker van Perspectief Herstelbemiddeling zocht contact met de man. Ze stuurde hem een mail, waarop hij een dag later al reageerde. En zo stond daar ineens een afspraak voor een ontmoeting in de agenda. “Eerst dacht ik: ik ben hier helemaal klaar voor. Maar in de weken ervoor kreeg ik toch weer nachtmerries en buikpijn. Mijn moeder had er veel moeite mee dat ik hem wilde ontmoeten. Ook daarom dacht ik soms: al die emoties, wat doe ik mezelf aan?”

De ontmoeting

Toch zette ze door. Toen het moment daar was, bracht haar broer haar weg. In de auto bleef hij op haar wachten. En, heel belangrijk voor Sonja, zij had de voorwaarden voor de ontmoeting mogen bepalen. “Ik wilde dat hij er al zou zitten als ik binnenkwam. Zodat ik zelf kon bepalen wanneer ik de deur opendeed. Ik wilde de regie hebben. Bloednerveus was ik.”

Ze stapte de drempel over en keek de man in zijn ogen. “Hij zag er heel anders uit dan ik er in mijn hoofd na al die jaren van had gemaakt.” Er volgde een gesprek van tweeëneenhalf uur. De inhoud ervan is vertrouwelijk, Sonja kan dus niet vertellen wat hij precies zei. Zelf wil de man er niet over naar buiten treden.

Wat Sonja er wel over kwijt kan, is dat hij er op dat moment was voor haar. “Hij luisterde en beantwoordde al mijn vragen. In de rechtszaak had hij al spijt betuigd en dat deed hij hier opnieuw.”

Ruimte, dat creëerde het gesprek in haar hoofd. De man tegenover haar was jaren eerder veroordeeld door een rechter. Hij had zijn straf uitgezeten. Hij was niet verplicht haar daar te ontmoeten, stelt Sonja. “Hij hoefde niet per se te reageren op mijn verzoek. Voor mij voelt het alsof hij – door in gesprek te gaan – verantwoordelijkheid nam voor zijn daden.”

Steeds valt het op: het vermogen van Sonja om zich in hem te kunnen verplaatsen. Zonder die ene gewelddadige ontmoeting in 2003 was haar leven anders gelopen, makkelijker geweest waarschijnlijk. Maar dat van hem ook, realiseert ze zich. Ze vervolgt: “Dat we daar jaren later over konden praten, dat heeft me rust gegeven.”

Het gesprek eindigde met een knuffel. Met een omhelzing. “Ik had dat vooraf niet bedacht. Maar in het gesprek hadden we zoveel gevoelens op tafel gelegd. Het voelde heel raar om hem zakelijk de hand te schudden, zoals na een afspraak met een financieel adviseur bij de bank.”

Geen stockholmsyndroom

Zij stelde het aan hem voor, benadrukt ze. “Andersom was ongepast geweest. Mag ik je een knuffel geven, vroeg ik spontaan. Hij vond dat goed.” 

Sonja’s vriend begreep dat van die knuffel niet meteen, vertelt ze. “Hij zou dat zelf niet doen. Hij zou ook niet kiezen voor een gesprek met de dader. Vanuit mij snapt hij het wel, ik zit anders in elkaar.”

Iemand zei een keer dat Sonja aan het stockholmsyndroom* lijdt, vanwege de knuffel. “Dat laat ik van me afglijden. Dat is niet zo.” (*Het stockholmsyndroom is het verschijnsel waarbij een slachtoffer sympathie gaat voelen voor een dader, bijvoorbeeld in het geval van een gijzeling.)

Misschien kun je het ook niet helemaal begrijpen als je het zelf niet hebt meegemaakt, denkt ze. “Twintig jaar geleden heeft een man ongevraagd en ongewild lichamelijke dingen met mij gedaan. Nu kon ik, op mijn initiatief, op een positieve manier lichamelijk verbinden met diezelfde man. En daarmee ook zeggen: ik ben nu oké met jou.”

Ze besluit: “Ik ben ervan overtuigd dat je zelf kunt kiezen: wil ik vanuit angst naar het leven kijken of vanuit liefde? Ik wil dat laatste. Soms is dat heel moeilijk, zijn er mistbanken. Maar vergeving, van jezelf en anderen, helpt je erbij.”

Zondaginterview

Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto’s van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar hij of zij bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.

Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl

Lees hier de eerdere zondaginterviews.

[ad_2]

https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5373797/zondaginterview-sonja-graansma-verkrachting-ontmoeting-perspectief