Scholen én ouders hebben te weinig oog voor online kinderlokken | Tech

[ad_1]


Al sinds jaar en dag waarschuwen ouders hun kinderen om bij het buitenspelen niet met vreemde mensen mee te gaan. Veel ouders zijn zich er niet van bewust dat online hetzelfde risico bestaat. En scholen besteden daar lang niet altijd aandacht aan.

Grooming is de benaming voor online kinderlokken. In de meeste gevallen zijn het volwassenen die via internet contact met kinderen zoeken. Dat gebeurt bijvoorbeeld op sociale media zoals TikTok of Snapchat. Maar ook via chatfuncties in populaire spelletjes. Vaak doet de dader zich voor als een leeftijdgenootje en probeert op die manier het vertrouwen van het slachtoffer te winnen.

De dader probeert daarna het kind zover te krijgen om bijvoorbeeld naaktbeelden van zichzelf te sturen. Dat dient als chantagemateriaal om het kind te dwingen nog meer foto’s of video’s te sturen. Maar soms ook om een fysieke afspraak af te dwingen.

Slachtofferhulp Nederland ontvangt jaarlijks tientallen hulpverzoeken van jonge groomingslachtoffers. Dat is slechts het topje van de ijsberg, denkt Roy Heerkens van de hulporganisatie. “Slechts 10 tot 15 procent van alle slachtoffers van seksueel geweld overwint de drempel om hulp te gaan zoeken.”

Scholen zijn niet verplicht een lesprogramma aan te bieden om kinderen weerbaarder tegen grooming te maken. “Ik hoop dat het wel verplicht wordt”, zegt Roos Koolhof van Qpido, een instelling voor seksuele gezondheid onder jongeren. Maar politiek staat dit onderwerp nog niet hoog op de agenda. De ene school besteedt daarom wel aandacht aan online kinderlokken en de andere school niet.

Qpido richt zich daarom net als Slachtofferhulp vooral op de ouders en op de kinderen zelf. Ouders zijn zich er vaak niet van bewust dat online grooming een groot risico vormt en dat zij degenen zijn die hun kind daarvoor kunnen behoeden. Want dat het op school aandacht krijgt, is allesbehalve een zekerheid.

Kijk altijd mee als kinderen online zijn

Een van Koolhofs belangrijkste adviezen: laat kinderen tot twaalf jaar alleen onder begeleiding het internet op gaan. “Doe het samen, dan weet je ook wat je kind online doet. Daar leer je als ouders ook van.”

“Vanaf twaalf jaar geef je ze meer ruimte om te experimenteren”, legt ze uit. “Je laat het dan in kleine stapjes los. Daarmee geef je ze steeds een beetje meer vertrouwen.”

Ouders moeten de vinger aan de pols houden over wat hun kinderen online doen en met wie ze contact hebben. “Kinderen vinden het vaak heel leuk om hun ouders iets te kunnen uitleggen. Maak daar gebruik van.”

Denk bij problemen goed na over je reactie

Het allerbelangrijkste is dat kinderen het gevoel hebben dat ze altijd naar hun ouders kunnen toekomen als ze online tegen problemen aanlopen. Koolhof: “Zeg bijvoorbeeld: stel dat het je niet lukt, dan mag je altijd naar mij toekomen.” Want dan doen ze dat ook eerder in geval van grooming.

Maar de stap daarna is volgens Slachtofferhulp minstens zo belangrijk. “Als een kind slachtoffer wordt van grooming, is de menselijke reactie van ouders om het kind daarvan de schuld te geven”, zegt Heerkens. Ouders reageren dan bijvoorbeeld met: “Waarom heb je die foto’s dan ook gestuurd?”

“Slachtoffers voelen vaak al schuld en schaamte. Het moet duidelijk zijn dat slachtoffers nooit schuld hebben”, stelt Heerkens. De beste reactie die ouders in zo’n geval kunnen geven is: “Wat vervelend dat dit jou is overkomen. We gaan het samen proberen op te lossen.”

Het is vervolgens belangrijk om zo snel mogelijk aan te kloppen bij de politie en hulporganisaties. Heerkens: “Hoe sneller bijvoorbeeld naaktbeelden van het internet worden verwijderd, hoe kleiner de kans dat ze verspreid worden.” De politie en Slachtofferhulp Nederland kunnen daarbij helpen.

[ad_2]

https://www.nu.nl/tech/6255699/scholen-en-ouders-hebben-te-weinig-oog-voor-online-kinderlokken.html