Rani Rosius: “Ja, ik heb een vriend, maar mensen hoeven hem niet te kennen”

[ad_1]

Tussen trainingen, kinebezoeken en school maakt Rosius (22) graag tijd voor een pijltjesgesprek. Speciaal voor ons reserveerde de kersverse Belgisch indoorkampioene op de 60 meter een leslokaal in het UCLL-gebouw in Diepenbeek, waar ze even later de fysicales van haar opleiding tot leerkracht LO-chemie zal volgen. De AVT-atlete bekent dat ze vroeger bij de Boxbergse buren weleens darts speelde. En kijk, de eerste pijl belandt prompt in vak 19.

19. Welk beroep zou je uitoefenen als je geen topsporter was geworden?

“Leerkracht. In de lijn van mijn studies. Denk ik. Maar eerlijk gezegd, ik weet het nu nog altijd niet of ik leerkracht ga worden.”

“Tijdens rustweken spreek ik wel af met vriendinnen. Dat is maximum drie keer per jaar. Ik vind dat genoeg”

Rani Rosius

15. Wanneer was je voor het laatst dronken?

“Euh. Op Nieuwjaar. Op een feestje in Genk. Niet dat ik zat was. Helemaal niet. Hoogstens licht beneveld. Als ik drink, ben ik niet zat. Ik weet wanneer ik moet stoppen. Op stap gaan doe ik niet echt. Ik heb dat nooit heel leuk gevonden. Tijdens rustweken spreek ik wel af met vriendinnen. Dat is maximum drie keer per jaar. Een keer in september na het outdoorseizoen, een keer met Nieuwjaar en een keer na het indoorseizoen. Ik vind dat genoeg.”

13. Heb je een kinderwens?

“Ik wil wel ooit kinderen. Ik grap er vaak over met mijn trainer dat we in een jaar na een wereldkampioenschap zitten. Een jaar tussenin, dan zou het misschien kunnen. Dan lachen we daar weleens mee. Hoeveel kinderen? Twee, denk ik. Zoals bij mijn thuis. Mama zegt altijd: Je hebt twee handen. Een baby links, en een baby rechts. En meer kun je er niet houden, of je moet een baby in de nek zetten. Wat ik nu wel al weet, is dat mijn kinderen later Rosius met hun achternaam zullen heten. Een sportcarrière als moeder? Ik weet niet of ik dat zie gebeuren tijdens mijn carrière, maar het kan wel. De Jamaicaanse Shell-Ann Fraser-Pryce, één van de beste sprintsters ter wereld, beviel op haar 31ste van een zoontje. En na haar bevalling liep ze haar snelste chrono, werd wereldkampioene en veroverde ze nog olympische medailles.”

Rani Rosius maakte net voor haar afreis naar Turkije tijd voor een spelletje darts.© Raymond Lemmens

3. Stap je soms met tegenzin de piste op?

“Tuurlijk. Soms heb ik echt geen goesting, maar dan moet ik erdoor. Het is immers niet altijd even leuk om te trainen. Als er op een training iets anders moet gebeuren dan gepland, dan is het effectief wel met tegenzin en moet ik echt opgepept worden. Een training die ik met tegenzin aanvat, zal nooit omslaan in een superleuke sessie of de beste training ooit. Maar voor alle duidelijkheid, het komt bitter weinig voor dat ik train met tegenzin, hoor.”

12. Wanneer keer je tevreden terug van het EK in Istanbul?

“Als ik vind dat ik goed gelopen heb op dat moment. Ik weet dat het vaag klinkt en het stom is om te zeggen. Ik sta momenteel van alle deelneemsters met de zevende tijd genoteerd. Met die tijd zou ik rechtstreeks geplaatst zijn voor de halve finales, maar ik weet nu nog altijd niet of ik eerst reeksen of eerst de halve finale zal moeten lopen. Mijn voorkeur gaat uit om tweemaal te kunnen lopen, reeksen en halve finale of halve finale en finale. Twee concurrentes die sneller hebben gelopen, hebben afgehaakt. En dan denk ik: hmm, het is misschien toch mogelijk om de finale te halen. Maar om zeker te zijn om twee races te kunnen lopen zou ik graag de reeksen erbij willen nemen. Anders is het misschien enkel de halve finale. Hello zeggen en dan uitgeschakeld worden, dat vind ik niet zo nice. Ik hoop gewoon goed te lopen, maar als ik in de reeksen eruit zou vliegen, zal ik niet tevreden zijn. Halve finale, inclusief reeksen is mijn doel.”

20. Kun je genieten van het studentenleven?

(heel snel en kordaat) “Neen. Een studentenleven is uitgaan, afspreken met vrienden, dingen doen zonder na te denken. En dat is voor mij niet mogelijk. Ik zal nooit bij een studentenvereniging gaan. De skistage met de school van vorig jaar? Die viel perfect tijdens een rustweek. Daar heb ik wel van genoten. Ik ging naar de après-ski zonder te skiën en dronk één Apérol per dag. Skiën mag ik niet om blessures of ongelukken te vermijden. Ik vond dat heel stom, zeker omdat ik als kind al ging skiën met mijn ouders. Zalige vakanties.”

Rani Rosius in actie op het Belgisch kampioenschap.© BELGA

10. Mogen ze jou vragen voor een job in de media?

“Ja. Als ik niet te veel moet nadenken. Geen quizzen bijvoorbeeld. Daar heb ik te weinig algemene kennis voor, geef ik toe. Onlangs was ik op TV Limburg, dat vond ik heel leuk. Gewoon babbelen, niet nadenken. De reportagereeks Sportvrouw vond ik ook heel fijn om te doen. Over de Oceaan? Ik heb een aflevering gezien en dat vond ik echt wel heel cool. Het Huis? Dat is kantje boord. Dat is iets te persoonlijk. Ja, ik scherm dat bewust goed af. En ja, ik heb een lief. Maar moeten mensen die kennen? Neen. Dat is privé. De buitenwereld hoeft dat allemaal niet te weten.”

[ad_2]

https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20230302_95330799