Vorig jaar is voor 47 miljard kilowattuur stroom geproduceerd uit hernieuwbare bronnen. Dat is 20 procent meer dan het jaar ervoor, meldt statistiekbureau CBS maandag. Vooral de hoeveelheid zonne- en windenergie nam toe, met respectievelijk 54 en 17 procent.

Dat kwam doordat er vorig jaar voor 4 gigawatt aan nieuwe zonnepanelen is geplaatst. De extra capaciteit door nieuw geplaatste windmolens bleef beperkt tot 1 gigawatt. Hernieuwbare bronnen zijn nu goed voor 40 procent van de totale Nederlandse stroomproductie.

Fossiel is dus nog altijd groter dan hernieuwbaar, maar heeft wel flink terrein verloren, met een daling van 11 procent. Dit komt doordat we minder aardgas gebruikten voor de elektriciteitsproductie.

Rusland kneep vorig jaar de gastoevoer naar West-Europa steeds verder dicht. Daardoor werd aardgas schreeuwend duur. Dit zorgde voor een verschuiving naar hernieuwbare bronnen, al zorgde het ook dat de productie uit kolen op peil bleef.

De invoer van elektriciteit daalde vorig jaar eveneens. Zo importeerden we minder kernenergie uit Frankrijk en Duitsland. Dit kwam onder meer doordat kerncentrales in Frankrijk geruime tijd stillagen door onderhoud.