[ad_1]
De inflatie is nog allesbehalve voorbij. Na de energieprijzen zijn het nu onder meer horeca, boodschappen en vakanties die steeds duurder worden. Maar Klaas Knot heeft als president van De Nederlandsche Bank (DNB) een enigszins geruststellende boodschap. “De piek is achter de rug.”
De centrale bank kwam donderdag met zijn jaarverslag over 2022. Dat jaar werd vooral getekend door de oorlog in Oekraïne en de torenhoge energieprijzen. Veel huishoudens kwamen daardoor in betalingsproblemen.
Inmiddels zijn de prijzen voor gas en stroom alweer iets aan het dalen. “Maar we zien nu dat er bij de inflatie een tweederonde-effect is. Daarbij wordt alles duurder dat met energie is geproduceerd. En dat is behoorlijk veel”, legt Knot uit. “Het probleem is dat je die inflatie niet gemakkelijk terug in de fles krijgt. Die gaat niet zomaar over twaalf maanden weer omlaag.”
“Werknemers zien hun uitgaven stijgen en willen daarom hogere lonen. Ze kunnen die ook eisen omdat de arbeidsmarkt krap is. Zo was de loonstijging in de nieuwe cao’s van februari gemiddeld 7 procent. Diensten, zoals de horeca, vakanties en de kapper, draaien vooral op menskracht, niet op machines. Als lonen omhooggaan, stijgen de kosten van diensten ook. Prijzen hebben dus effect op lonen en die hebben weer effect op prijzen.”
Lonen en inflatie die elkaar versterken, dat klinkt als een loon-prijsspiraal.
“Ik spreek pas van een loon-prijsspiraal als lonen en inflatie haasje-over doen. En dat zie je nu niet. De loonstijging is minder groot dan de inflatie. Ze beïnvloeden elkaar op dit moment wel, maar het zou moeten leiden tot steeds kleinere stapjes. Ik ben ervan overtuigd dat we de lijn van dalende inflatie hebben ingezet en dat de uitholling van de koopkracht dit jaar minder erg is dan vorig jaar. De piek is achter de rug.”
U zit ook in het bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB), die zijn rente al een aantal keren heeft verhoogd om de inflatie te beperken. Hebben die verhogingen wel nut gehad?
“Als je de rente verhoogt, duurt het een tot anderhalf jaar voordat je er echt iets van terugziet. We hebben sinds afgelopen zomer de rente ongekend snel en met grote stappen verhoogd. Maar het duurt dus even voordat je dit merkt in de inflatiecijfers. De komende tijd moeten we als het goed is meer effect zien van de verhogingen.”
Had de ECB niet eerder moeten ingrijpen?
“Met de wijsheid van achteraf kun je dat zeggen. Maar we komen uit een periode van tien jaar waarin we de inflatie maar niet omhoog wisten te krijgen. Toen de prijzen in de zomer van 2021 begonnen op te lopen, dachten we: één zwaluw maakt nog geen zomer.”
“Maar stel, we hadden wél enkele maanden eerder ingegrepen, dan zit je nog steeds met die anderhalf jaar vertraging. Dat had bijna geen verschil gemaakt. Ook had het Poetin er niet van weerhouden Oekraïne binnen te vallen en dat gaf de grootste inflatiedreun. Dus het is een nogal theoretische discussie.”
Vorige week verhoogde de ECB zijn rente opnieuw. Maar in de bankenwereld is onrust ontstaan, onder meer door snel oplopende rentes. Hebben jullie overwogen om deze keer niet te verhogen?
“Er was bij ons geen enkele twijfel of we de rente opnieuw moesten verhogen. Wel zou de huidige onrust van invloed kunnen zijn op toekomstige rentestappen. Waar de rente precies zal pieken, is moeilijk te zeggen.”
Heeft u zich de afgelopen weken zorgen gemaakt dat de bankproblemen zouden overslaan naar Nederland?
“Ik heb altijd het gevoel gehad dat de problemen duidelijke oorzaken hadden. Je wordt pas onrustig als er dingen gebeuren die je niet begrijpt, maar dat had ik bij de onrust in Amerika en Zwitserland niet. Ik kwam al vrij snel tot de conclusie dat het zeer onwaarschijnlijk is dat dit soort problemen zich ook in Nederland zouden voordoen.”
“Het ging bij Credit Suisse al jaren niet goed. Daar was sprake van langdurig mismanagement, fraudezaken en andere problemen. Je kon erop wachten dat het zou misgaan.”
“En in de Verenigde Staten zijn de problemen vooral ontstaan door renterisico’s die niet zijn afgedekt. En doordat de autoriteiten daar bij kleinere banken geen toezicht meer hielden. Maar in Europa zijn die toezichtregels er wel en zijn ze ook behoorlijk scherp. Daarom ben ik ervan overtuigd dat dit soort problemen zich hier niet snel voordoen.”
Uw voorganger Nout Wellink zei dat we hier economisch wel iets van kunnen merken.
“Je kunt niet zeggen: de onrust bij Credit Suisse is voorbij, dus de totale onrust ook. De markt zal blijven zoeken naar zwakheden in het systeem. Als ze die vindt, kan dit gevolgen hebben voor de economie.”
“Mocht het zover komen dat er wereldwijd een recessie komt, merkt Nederland dat ook. We zijn nu eenmaal economisch vergroeid met andere landen. Maar de problemen in de VS en Zwitserland zijn de voorbije weken wel snel aangepakt.”
Is dat het grote verschil met de kredietcrisis in 2008?
“Dat is inderdaad anders dan destijds. Al speelt ook mee dat de problemen nu niet zo wijdverbreid zijn als vijftien jaar geleden. Toen had je overal in het systeem die rommelhypotheken, helaas ook bij Nederlandse banken. Dat heb je nu niet. Nu gaat het om regionale banken in de VS die geen connectie hebben met Europa. En bij Credit Suisse was sprake van mismanagement en schandalen. Zelfs in een sterke economie kan zo’n bank omvallen.”