[ad_1]
“De eerste keer dat ze me zag, omhelsde ze me. Alsof ze wilde zeggen: ‘Blijf bij me'”, vertelt Elly (nu 74) over haar ontmoeting met Petrie. Het was 1977. Elly was een jaar geleden moeder geworden en gestopt met werken. Ze wilde iets doen voor de maatschappij. Via een vriendin hoorde ze dat het zorginstituut in de buurt bezoekouders zocht. “Tijdens de informatieavond lieten ze dia’s zien van mensen met een beperking die nooit of heel weinig bezoek ontvingen en eenzaam waren.”
Geen bezoek
De foto van Petrie kwam langs. Een leuk en vlot 16-jarig meisje. Ze was wees, vertelde de instelling, en kreeg geen bezoek. Elly wilde haar leren kennen. Even later stond ze achter een raam te kijken hoe Petrie zich op haar billen voortbewoog door de ruimte. Een beetje kijken, snoepen, een arm vastpakken. Een paar stapjes zetten. En friemelen. Altijd friemelen. Aan een touwtje of een veter. Dat was het leven van Petrie. Zou het klikken?
Elly werd begeleid en opgeleid hoe om te gaan met de lichamelijke en geestelijke handicap van Petrie. Ze leerde haar verschonen, hoe ze haar kon helpen met eten en drinken, wat ze moest doen bij haar dwangmatige trekjes. Het klikte en elke week ging Elly naar Petrie toe om een stuk te wandelen. Paul had een drukke baan en leverde in de avonduren zijn bijdrage door plaats te nemen in commissies van de zorginstelling.
‘Niemand kwam voor haar belangen op’
Wat begon met een wekelijkse wandeling, veranderde twee jaar later ingrijpend als Paul en Elly de wettelijke curatoren van Petrie worden. Petrie werd achttien jaar en kreeg een brief van de voogdijinstelling waar ze onder viel. Nu ze volwassen was geworden, stopte de voogdij bij de instelling. “Ze was vogelvrij en had ineens niemand meer die voor haar belangen opkwam”, vertelt Paul, die inmiddels voorzitter was geworden van de oudervereniging van de zorginstelling. “Ze kon haar eigen financiën beheren en zorgkeuzes maken, terwijl ze hier helemaal niet toe in staat was. Dat vond ik bizar. Ze konden zo’n jonge vrouw met al haar beperkingen toch niet aan haar lot overlaten?”
Daarom vroeg Paul bij de kantonrechter of hij officieel Petrie’s curator mocht worden. Tijdens dit proces deed het stel een opmerkelijke ontdekking. “In het verslag van de voogdijstichting stond dat Petrie nog wel een moeder had, maar door een rechtelijke uitspraak was er vanaf haar geboorte geen contact meer. Hiervan waren wij en de zorginstelling niet op de hoogte.” Paul en Elly werden Petries wettelijke curatoren, haar vervangende ouders. Jaren later leerde Petrie haar moeder en andere familieleden kennen.
De zorg voor Petrie was anders dan voor hun eigen dochter en zoon. Voor Petrie kregen ze zorggesprekken, ontwikkelingsgesprekken, zaten ze uren in het ziekenhuis nadat Petrie een paar epileptische aanvallen achter elkaar had gehad. Ook moesten ze alle uitgaven voor Petrie aan de kantonrechter verantwoorden. “Van kappersbonnen tot haar kleding en persoonlijke verzorging. Alles moest worden bijgehouden en gespecificeerd.” Het kostte Paul uren aan administratie.
‘Waar begín je aan?’
“Waar begín je aan, zeiden sommige vrienden en familieleden. Jullie hebben twee gezonde kinderen, een goed leven. Waarom zoek je deze moeilijkheden op?” Het antwoord van Paul en Elly is simpel: “Dit is onze bijdrage aan de maatschappij, iets belangeloos over hebben voor een ander.”
Petrie was bij alle belangrijke familiegebeurtenissen. Ze is er met verjaardagen, kerst, zit met Pasen lekker in de tuin aan een kopje koffie of als het op dinsdagmiddag regent, zit ze bij Paul en Elly thuis op de bank. Het is af en toe best lastig, geeft Paul toe. “Ze kan een paar stapjes lopen, maar bij een drempel blijft ze staan, dan moet ik haar eroverheen tillen. Als Petrie in een stoel zit en ineens opstaat en een paar stappen zet, kan ze vallen”, vervolgt hij. Daarom zit ze bij de zorginstelling vast in een gordel. “Maar dat kan hier niet, dus moeten we altijd goed opletten.”
Grote lichamelijke belasting
Als jongvolwassen vrouw was Petrie klein en licht. Paul tilde haar op, zette haar in de auto en vervolgens thuis op de bank of in haar rolstoel. Maar nu zijn Paul en Elly in de zeventig. “De laatste twee jaar krijg ik last van mijn rug als ik haar in de auto zet. Ze is wat zwaarder geworden en beweegt niet mee. Ze bukt ook niet, dus ik duw haar hoofd naar beneden, til haar op, zet haar billen op de stoel en schuif haar dan de auto in.”
Het is een enorme lichamelijke belasting, geeft Paul toe, daarom kunnen ze Petrie niet meer zo vaak meenemen. Ook Elly merkt dat het zwaarder wordt. “Vroeger verschoonde ik haar met gemak, nu gaat het lastiger. Petrie is een vrouw op leeftijd die niet makkelijk meebeweegt.”
Stoppen is geen optie
Het is best veel werk, geeft het stel toe. Maar ermee stoppen is geen optie. “We zijn eraan begonnen en we maken het af. Totdat een van ons er niet meer is of zij er niet meer is. Dat hebben we 45 jaar geleden als doel gesteld en daar houden we ons aan.”
Wel hebben ze voorbereidingen genomen voor hun oude dag. Paul: “We moeten reëel zijn, als een van ons overlijdt, heeft de ander veel aan zijn hoofd. Die ingewikkelde financiële administratie kun je er dan echt niet bij hebben.” Daarom hebben ze zich bij de kantonrechter laten ontslaan als curator. “We zijn benoemd als mentor. Een bewindsbureau gaat nu over de centen, wij over het leven van Petrie.”
Dat geeft rust. “We kunnen nu lekker wandelen en koffie drinken op dinsdag bij een restaurantje in de buurt. Eerst de koek, dan de koffie”, lacht Elly. Het plastic bakje met koekjes gaat niet van tafel tot alle koekjes op zijn. “Pas dan komt de koffie, met veel melk. Heeft Petrie er genoeg van, slaat ze de koffie bijna uit je handen. Weg, ik hoef niet meer.”
Rituelen en verwachtingen
“We werken met rituelen en verwachtingen”, vult Paul aan. “Die koeken en koffie zijn altijd hetzelfde. Als we een stukje gaan rijden, krijgt Petrie van tevoren een speelgoedautootje in haar hand. Ze krijgt haar roze tasje met epilepsiemedicatie op schoot als we een stukje gaan wandelen en als ze in bad of onder de douchte moet, krijgt ze eerst een douchekop. Dat introduceerde een gedragsdeskundige van de zorginstelling een paar jaar geleden en werkt erg goed.”
Elly en Paul vertellen tientallen verhalen over Petrie. Hoe ze oneindig kan schateren van het lachen of kan huilen om niks. Even is het stil. Dan vervolgt Paul: “Laatst pakte ze mijn hand en duwde die naar mijn broekzak waar de autosleutel in zit. Zo van: gaan we een stukje rijden? Ze blijft me verbazen. Sterker nog: het lijkt alsof ze met de jaren een stukje bewuster wordt.”
Ze hopen de zorg voor Petrie nog lang vol te houden. “Het is echt niet alleen zwaar, het is vooral ook erg gezellig. Afgelopen week kregen we een mailtje van de zorginstelling met een oproep voor de zomer: door personeelstekort zoeken ze vrijwilligers. Ik zou willen dat meer mensen de moeite namen tijd te besteden aan de bewoners, want de eenzaamheid bij sommige bewoners waardoor wij 45 jaar geleden reageerden op de oproep, is er nog steeds.”
Zondaginterview
Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto’s van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar hij of zij bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.
Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl
Lees hier de eerdere zondaginterviews.