[ad_1]
De handelsprijzen voor olie zijn maandag flink gestegen, doordat belangrijke olielanden hebben besloten minder te produceren. Zowel Noordzeeolie als Amerikaanse olie werd in korte tijd ruim 5 procent duurder. De vrees bestaat dat hogere olieprijzen de inflatie in Europa en de VS aanwakkeren.
Grote olieproducerende landen, verenigd in de OPEC en OPEC+, kondigden zondag aan dat ze vanaf mei ruim 1,1 miljoen vaten per dag minder op de markt brengen. De landen doen dit naar eigen zeggen om de markt te herstellen.
De prijzen voor olie daalden vorige maand na onrust in de bankenwereld, maar later stegen ze alweer iets. Maar die stijging was volgens onder meer Rusland en Saoedi-Arabië niet groot genoeg.
De prijs voor Noordzeeolie steeg sinds de aankondiging op zondag met 5,5 procent naar 84,26 dollar (78,07 euro) per vat. Dat is het hoogste punt in een maand. Amerikaanse olie steeg met 5,4 procent en kost bijna 80 dollar per vat.
De Amerikaanse president Joe Biden is niet gelukkig met het besluit van de OPEC-landen. Hij noemt de productiebeperking onverstandig.
Hogere olieprijzen kunnen voor extra inflatie zorgen, doordat we onder meer aan de pomp meer moeten betalen. Maar ook de prijzen van veel andere producten kunnen erdoor omhooggaan, aangezien bijvoorbeeld het transport duurder wordt. Nederland en veel andere westerse landen hebben te maken met een aanhoudend hoge inflatie.