[ad_1]
We kennen allemaal de verhalen over het seksisme bij het Amsterdams Studenten Corps, waar vrouwen ‘niks meer dan hoeren’ en ‘sperma-emmers’ werden genoemd, en over Sanda Dia, de Belgische student die lid wilde worden van Reuzegom en door de huiveringwekkende ontgroening overleed. Geen aanbevelingen om lid te worden van een studentenvereniging.
47.000 leden
Toch blijven die verenigingen populair. Volgens de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV) hebben de 49 studentenverenigingen die bij de LKvV zijn aangesloten samen 47.000 leden, en grote kans dat ook dit jaar weer veel studenten zich aanmelden.
“Het heeft zeker voordelen om bij een studentenvereniging te gaan”, zegt socioloog dr. Margriet van Hek van de Radboud Universiteit, die overigens zelf nooit lid is geweest van een studentenvereniging. “Studenten zijn vaak nieuw in een stad, dan is een studentenvereniging een goede manier om snel mensen te kennen en ergens bij te horen. Ergens bij horen is in die periode van je leven erg belangrijk. En de vriendschappen die je er opdoet zijn vaak vriendschappen voor het leven.”
Advies van de huisarts
Dat merkte Lonneke Tomas (38), die destijds op advies van haar huisarts bij een studentenvereniging ging. Ze studeerde geneeskunde in Leiden en was depressief door een zeer complexe thuissituatie waarin ze geen ruimte voelde voor haar emoties. Vrienden maken ging haar niet goed af. “Ik liep in mijn eerste jaar weleens een dagje mee met de huisarts en hij maakte zich zorgen. Hij zei: weet je wat jij volgend jaar moet doen? Lid worden van een studentenvereniging.”
Een traditionele vereniging zoals een corps was niets voor Lonneke. “Maar er zijn heel veel verschillende soorten studentenverenigingen. In Leiden was er een studentenzeilvereniging waar ik gelijk een goed gevoel bij had. Op de eerste ochtend waarop dat mogelijk was, meldde ik me aan. Op de boot zaten twee studenten, met een van hen ben ik nog altijd bevriend. Ook heb ik nog altijd een paar andere vrienden door mijn tijd bij de vereniging.”
Veel steun van de groep
Doordat ze op de boot altijd iets te doen had, ging het Lonneke makkelijker af om contacten te leggen. En de groep accepteerde haar zoals ze was. “In de herfst van 2006 werd ik een week opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Elke dag kwamen er mensen van de vereniging langs, zonder dat ze dat met elkaar hadden afgesproken. En op dinsdag, de borrelavond, haalden ze me na overleg met het ziekenhuis op om mee te eten en brachten ze me met zo’n zes mensen op tijd weer terug. Dat voelde heel goed.”
Iets soortgelijks gebeurde toen haar moeder overleed. De vereniging zou op kamp gaan, Lonneke had zich niet aangemeld omdat het niet goed ging met haar moeder. “Ze zeiden: ga mee, we zorgen dat je op tijd terug kunt voor de uitvaart. Ze wisten dat ik niet bij mijn familie wilde zijn en wilden niet dat ik alleen was. Dus ik ging mee, kreeg alle ruimte voor mijn emoties en ging een dag eerder dan de rest naar huis. Op de uitvaart was een grote groep van de vereniging aanwezig om mij te steunen.”
Zijn wie je bent
Lonneke gelooft dat de vereniging haar heeft geholpen bij het aanpakken van haar psychische problemen. “Ik mocht daar zijn wie ik was, ook als dat niet altijd leuk was voor hen. Ze maakten zich weleens zorgen, maar ze moedigden me aan om hulp te vragen als ik die nodig had. Wat ik tijdens therapie leerde, kon ik daar toepassen. Een paar jaar geleden zei een van de vrienden die ik daaraan heb overgehouden dat ik makkelijker ben geworden in de omgang. Daar heeft de vereniging een grote rol in gespeeld.”
Het is een uitzonderlijke situatie, zeker niet iedereen die lid wordt van een studentenvereniging heeft psychische problemen. Maar dat mensen goede vriendschappen sluiten bij een studentenvereniging, gebeurt wel vaak, zegt Van Hek.
Ontgroening schept een band
“Dat komt doordat je een periode heel intensief tijd met elkaar doorbrengt. In een traditionele vereniging zorgen rituelen daarnaast voor extra binding. Zoals een ontgroening: je maakt met elkaar iets mee waar je niet met anderen over mag praten, want zo’n ritueel moet geheim blijven. Maar je kunt er wel met elkaar over praten en grappen over maken. Dat schept een band.”
Zo’n ontgroening als waarover we nog weleens in het nieuws horen, had Lonneke niet, vertelt ze. “Er was wel een ritueel, maar dat was zeker niet vervelend.”
Geen excessen
Wie wel een ontgroening meemaakte, is Astrid van de Nieuwenhof (39). Zij was tijdens haar hbo-opleiding lid van Ovum Novum, een studentenvereniging in Nijmegen. “Maar dat was niet vergelijkbaar met de excessen waar we over horen in het nieuws. Ik heb me geen enkel moment onveilig of alleen gevoeld.”
“Er waren bij ons ook ouderejaars die er specifiek waren om de eerstejaars erdoorheen te helpen. Die zeiden dingen als: ‘Het is maar voor een paar dagen. Je komt erdoorheen.’ Ik was onder de indruk van de strenge toon van de commissie die de introductie leidde, maar achteraf stelt dat niet zoveel voor. En ik werd vies van de opdrachten. Dat was alles.”
Astrid hield aan haar tijd bij een studentenvereniging niet zoveel vrienden over, hoewel ze dankzij de vereniging een heel leuke studententijd heeft gehad. Maar waar ze nu nog steeds profijt van heeft, zijn de vaardigheden die ze bij de vereniging leerde. Ik was lid van verschillende commissies en deed ook een bestuursjaar. Zo leerde ik netwerken, sponsors zoeken, discussiëren, lobbyen.”
Veel nieuwe vaardigheden
“Tijdens mijn bestuursjaar zat ik in een overkoepelend bestuur van vijf verenigingen waarin ik de belangen behartigde van hbo’ers. Door heel veel lobbyen bij de directie van de HAN (de Hogeschool Arnhem en Nijmegen, red.) kreeg ik voor elkaar dat ook tijdens introducties van hbo-opleidingen aandacht werd besteed aan de mogelijkheid om lid te worden van een studentenvereniging. Hoe je mensen meekrijgt in je ideeën of ergens van overtuigt, heb ik daar echt geleerd. Net als consessies doen en die uitleggen aan je ‘achterban’. Allemaal vaardigheden waar ik nu als zzp’er veel aan heb.”
Ook volgens Van Hek kun je veel leren bij een studentenvereniging. “Naast de vaardigheden die Astrid noemt, leer je tijdens een bestuursjaar bijvoorbeeld delegeren en mensen aansturen.” En zeker voor studenten die geen ouders hebben die hebben gestudeerd, zijn er nog meer voordelen. “Omdat veel studenten die lid zijn van een studentenvereniging wel ouders hebben die hoge maatschappelijke posities bekleden, zoals artsen, advocaten en rechters, kunnen zij je leren hoe je je in die kringen moet gedragen. Hoe spreek je bepaalde mensen aan? Hoe krijg je wat je wil? Hoe ga je om met autoriteit? En wat zijn in die kringen gepaste gespreksonderwerpen?”
Goed woordje doen
“Maar ook: stel dat je rechten studeert en in jouw dispuut zit iemand die bij een mooi advocatenkantoor werkt, of diegene heeft een vader of moeder die bij zo’n kantoor werkt, dan kan diegene een goed woordje voor je doen en kom je makkelijker binnen.”
Dat is gelijk wat Van Hek ook lastig vindt aan studentenverenigingen. “Wie daar lid van is, heeft daardoor een streepje voor op anderen. Maar lidmaatschap kost ook geld en tijd: om erbij te horen wil of moet je zelfs meedoen met activiteiten, reisjes, een rondje geven tijdens een borrel. Dat betekent dat mensen met minder geld ook minder snel lid zullen worden en dat streepje voor dus niet zullen hebben.”
Van Hek concludeert: “Op maatschappelijk niveau zie ik dus wel wat nadelen, maar voor de individuele student kan lidmaatschap van een studentenvereniging zeker goed zijn.”