John van den Heuvel: ‘Beveiliging terugschroeven? Ik ben niet levensmoe’

[ad_1]

Omdat John van den Heuvel bovenaan de dodenlijst van de Mocro-maffia staat, wordt hij zwaar beveiligd – en sinds de moord op Peter R. de Vries is die beveiliging opgeschroefd. De dood van zijn collega raakte hem diep: hij heeft moeten knokken om het plezier in zijn werk te hervinden. Inmiddels heeft hij de draad zo goed mogelijk weer opgepakt.

Vanaf 8 maart is De Jacht op de Mocro Maffia te zien op Videoland. En op 14 maart begint het nieuwe seizoen van Ontvoerd, waarin hij samen met zijn team wanhopige ouders met hun ontvoerde kinderen probeert te herenigen. Onlangs verscheen een boek over zijn leven, geschreven door Telegraaf-collega Bert Dijkstra. “Ik was bang dat ik veel dingen zou vergeten of overslaan als ik het zelf zou schrijven”, zegt John. “Met het leven dat ik leid, ga je sommige dingen die niet normaal zijn als normaal zien.” We leggen hem 11 keuzes voor.

1. Nieuwsjunk of zappend langs het journaal?

“Ik ben echt een nieuwsjunk. Het eerste wat ik ’s ochtends doe als ik mijn ogen opensla, is mijn telefoon pakken en op nieuwssites kijken wat er allemaal is gebeurd Ik heb ook allerlei pushmeldingen aanstaan, dus ik krijg de hele dag door meldingen van de NOS, RTL, de Telegraaf en andere kranten. Dat heeft natuurlijk ook met mijn werk als journalist te maken. Ik ben niet alleen geïnteresseerd in misdaadnieuws, maar volg alles. Van economisch nieuws tot de oorlog in Oekraïne – dat nieuws volg ik heel intensief. Mijn vrouw wordt er weleens gek van, want het gaat ook gewoon door op vakantie. En als ik ergens ben waar ik geen internetbereik heb, word ik onrustig. Het is een soort verslaving, denk ik.”

2. Journalist of politieman?

“Toen ik net was overgestapt van de politie naar de journalistiek had ik er nog weleens moeite mee dat ik mijn gevoel als rechercheur niet meer kon volgen. Maar na 33 jaar in dit vak voel ik me op-en-top journalist. Door de aard van mijn werk kom ik weleens daders op het spoor, maar dat is niet mijn primaire doel: ik schrijf over misdaadbestrijding, maar ben geen boevenvanger.

Werken als rechercheur vond ik overigens fantastisch. Ik ben alleen blij dat ik verschoond ben van de hele bureaucratie rond dat vak. Als journalist heb je meer vrijheid. Of die in mijn geval beperkt is? Mijn eigen vrijheid wel, maar mijn werk kan ik prima doen.”

3. Succes of je oude leven terug?

“Dat laatste. Zowel in het werk, privé als zakelijk gaat het goed, maar ik zou het toch wel heel lekker vinden als ik gewoon weer mijn leventje van vijf jaar geleden en daarvoor terug zou hebben. Leven met zware beveiliging is een behoorlijke belasting. Je vindt op een gegeven moment een modus om ermee om te gaan, hoewel dat ook niet altijd even makkelijk is. Maar het went nooit. Ik hou erg van spontaniteit: onverwacht leuke dingen plannen, niet alles al dagen van tevoren moeten bedenken. En dat laatste is helaas inherent aan het leven dat ik nu leid. Het spontane is eraf.

Maar goed, er zijn meer mensen met beperkingen. Ik probeer het glas altijd maar halfvol te zien. En dat lukt mij en mijn familie gelukkig ook aardig. Natuurlijk heb ik ook mijn moeilijke momenten, maar eerlijk gezegd gun ik het de mensen die verantwoordelijk zijn voor die bedreigingen en heel veel ellende niet dat ze het idee hebben dat het loont om mensen te bedreigen.”

4. Beveiliging handhaven of terugschroeven?

“Het is in al die jaren zeker weleens door mijn hoofd geschoten om de beveiliging te laten zitten of terug te schroeven. Maar dan kom ik altijd weer snel bij zinnen. En als ik dat niet doe, doet mijn omgeving dat wel. Deze situatie is pittig, maar ik ben niet levensmoe. Ik kan wel heel stoer zeggen: oké, ik ben er klaar mee en zorg er zelf wel voor dat ik mijn oude leven weer oppak, maar ik heb ook verantwoording naar anderen. Naar mijn gezin, mijn collega’s, noem maar op. Die verantwoording voel ik heel sterk. Ik kan me ook niet voorstellen dat je zou zeggen: ik wil niet beveiligd worden, terwijl je zeker weet dat er een reële, concrete, aantoonbare bedreiging is.”

5. Risicovrij vak of opnieuw kiezen voor de misdaadjournalistiek?

“Ik zou zo weer voor dit vak kiezen. Hoewel ik dit nog een aantal jaren hoop te blijven doen, heb ik het grootste deel van mijn loopbaan wel achter de rug. En daar kijk ik met heel veel trots en plezier op terug. De laatste vijf jaar zijn even niet leuk, maar ik kan niet zeggen dat de balans doorslaat naar het negatieve. Zelfs in die vijf jaar zijn er veel mooie momenten geweest. Ik kan het iedereen aanraden.

Al maak ik me af en toe wel zorgen over de toekomst van dit vak. Iedere collega, van Mick van Wely (De Telegraaf) tot Paul Vugts (Het Parool), heeft in meer of mindere mate bedreiging meegemaakt. Intern op de krant hebben we ook besproken: moeten mensen zich hier wel aan wagen? Gelukkig zijn we daar altijd uitgekomen, maar dat zijn soms lastige discussies. Ook politici, politieagenten en bestuurders krijgen veel over zich heen. Het is allemaal wat harder geworden, en daarmee soms ook risicovoller. Dat vind ik zorgelijk.”

6. RTL Boulevard of Ontvoerd?

“Dat vind ik een heel lastige, want beide programma’s hoop ik nog heel wat jaartjes te kunnen maken. Als RTL me die keuze zou voorleggen, zou ik het ook echt niet weten. Boulevard vind ik na ruim twintig jaar nog altijd leuk om te doen. Een deel van het programma is natuurlijk lichtvoetig, maar de misdaadonderwerpen behandelen we altijd serieus. Die mix werkt goed, dat zie je ook terug in de belangstelling voor het programma.

En in Ontvoerd proberen we echt verschil te maken voor kinderen in een heel gecompliceerde situatie, dat vind ik ook mooi. Het lukt lang niet altijd om iedereen tevreden te stellen, maar we slagen er toch regelmatig in een situatie te creëren waarin een kind weer contact heeft met beide ouders, en niet met maar één van de twee. Daar haal ik veel voldoening uit.”

7. Honkvast of uit de comfortzone?

“Ik ben honkvast: ik werk bijvoorbeeld al sinds 1990 voor De Telegraaf. Maar ik ga ook graag nieuwe uitdagingen aan. Zo ben ik net terug uit Polen, voor een Ontvoerd-zaak die buitengewoon gecompliceerd is. Het betreft vier kinderen die ontvoerd zijn door hun moeder, een vrouw die internationaal gesignaleerd staat en eigenlijk moet worden opgepakt. Toen we aankwamen in Polen, bleek ze ook nog eens hoogzwanger te zijn.

We kregen de politie om meerdere redenen niet zover om mee te werken. En intussen waren we op pad met een vader die zijn kinderen wanhopig graag terug wil. We liepen door een mijnenveld van belangen. Heel spannend om te doen. Geen ontvoeringszaak is hetzelfde. Wat het laatste is dat ik privé buiten mijn comfortzone heb gedaan? The Masked Singer, haha. Zingen en dansen zijn nou net niet de dingen die bovenaan mijn favorietenlijstje staan.”

8. Vastbijten of loslaten?

“Soms moet je dingen loslaten, want je kunt niet de hele wereld op je schouders nemen. Maar als ik iets wil bereiken, ben ik wel een bijter. Als ik zie hoe wanhopig ouders zijn in Ontvoerd, wil ik echt tot het gaatje gaan om een oplossing te vinden. Ook al loopt het altijd anders dan gedacht, en zijn sommige zaken zo gecompliceerd dat ik er weleens een nachtje slecht van slaap. Ook in mijn journalistieke werk bijt ik me vast.

Ik had makkelijk kunnen zeggen: de Mocro-maffia laat ik vallen, dat wordt me allemaal te heftig, ik ga over plofkraken schrijven. Maar zo zit ik niet in elkaar. Ik heb een hekel aan halfbakken. Mijn kinderen (John en zijn vrouw hebben drie zoons: Joël (30), Dion (27) en Ramón (24), red.). probeer ik ook mee te geven: doe het goed of doe het niet. Wat je ook kiest, ga er volledig voor. Gelukkig zijn ze geen afhakers.”

9. Conflicten vermijden of confronteren?

“Conflicten ga ik niet uit de weg. Ik heb een hekel aan ruzie, maar soms moet je door een plafond breken om weer een etage hoger te komen. En als je dan wat puin op je schouders krijgt, is dat maar zo. In mijn vak moet je stevig in je schoenen staan. Dat betekent trouwens niet dat je hard moet zijn; dat is ook niet verenigbaar met dit werk. Ik heb veel contact met mensen die leed is aangedaan. Nabestaanden van moordzaken bijvoorbeeld, en ouders in Ontvoerd-zaken. Als je je gevoel daarbij uitschakelt, kun je beter stoppen met dit werk.”

10. Jonge hond of ouwe dibbes?

“Haha, ik voel me een jonge hond, maar ben in december zestig geworden. Dat klinkt toch als een ouwe dibbes. Al moet ik eerlijk zeggen: ik voel me fitter dan tien jaar geleden, omdat ik veel meer ben gaan sporten. Ook probeer ik op mijn eten en drinken te letten, en daarmee op mijn gewicht.

Aan ouder worden zitten niet heel veel voordelen, maar de belangrijkste is toch wel ervaring. Ik maak me niet meer druk om alleen maar mijn loopbaan, hoef niet meer steeds maar te groeien. Op een gegeven moment moet je tevreden zijn met wat er is. Verjaardagen vier ik trouwens niet, maar kroonjaren wel. Mijn zestigste heb ik gevierd met een heel mooie vakantie met het hele gezin en aanhang.”

11. Dromen of doen?

“Ik ben een doener. De dromen die ik heb, probeer ik altijd uit te voeren. En dat is aardig gelukt, moet ik zeggen. Ik heb een mooi gezin, ben trots op mijn kinderen en heb leuk, interessant werk waardoor ik in staat ben geweest hen een mooie jeugd te geven. Allemaal dromen die ik als jongvolwassene had. Maar ik heb er wel keihard voor moeten werken, het is me niet komen aanwaaien.

Waar ik nog van droom? Ik zou zeker nog één of meerdere boeken willen schrijven. Met name non-fictie, maar het lijkt me ook leuk een misdaadroman te schrijven, een thriller. Het ontbreekt me nu alleen aan tijd. Ik werk ook als televisieproducent en ben bezig aan een nieuw seizoen van De Jacht op de Mocro Maffia en een documentaireserie over drugsbaron Zwarte Cobra. En ik wil nog altijd iets doen met de zaak-Joran van der Sloot. Daarnaast werk ik nog gewoon fulltime voor De Telegraaf, niet te vergeten. Ik werk momenteel eigenlijk een beetje te veel. Maar ik krijg er energie van. Als je leuk werk hebt, let je niet zo op de uren.”

[ad_2]

https://www.rtlnieuws.nl/lifestyle/artikel/5367874/john-van-den-heuvel-interview-bedreiging-beveiliging-ontvoerd-niet