[ad_1]
Huishoudens die zijn aangesloten op het warmtenet – ook wel stadsverwarming genoemd – kregen begin vorig jaar te maken met hogere tarieven. Dit kwam doordat in het najaar van 2021 de gasprijzen begonnen op te lopen.
Omdat gebruikers van het warmtenet hun leverancier niet kunnen kiezen, bepaalt de ACM maximumtarieven voor leveranciers. Ook houdt de toezichthouder in de gaten of de bedrijven hun tarieven niet te veel verhogen om extra winst te maken. Volgens de ACM kwam het rendement van de leveranciers vorig jaar uit op 2,5 procent. Een jaar eerder was dat nog 5 procent.
De daling komt doordat energieprijzen vorig jaar verder stegen en leveranciers hun energie dus duur moesten inkopen. Ook draaiden de huishoudens de thermostaat wat verder naar beneden.
Begin dit jaar gingen de tarieven nog een stuk verder omhoog. Vooral Eneco schroefde zijn prijzen flink op. Of dit leidt tot extra winst wordt later duidelijk. Wel meldt ACM dat leveranciers die hun tarieven flink hebben verhoogd, goed moeten kunnen uitleggen waarom ze dat doen. Komend kwartaal wordt duidelijk of de toezichthouder akkoord is met de uitleg die onder meer Eneco heeft gegeven.
Verder is de ACM kritisch op de wettelijke koppeling tussen warmtetarieven en de gasprijzen. Dit kan volgens de toezichthouder leiden tot onnodig hoge prijzen voor huishoudens. De ACM zou daarom liever zien dat ze de maximale warmtetarieven mag bepalen op de werkelijke kosten die leveranciers maken. Het kabinet hoopt de regels begin 2025 te kunnen veranderen.