De aanpak van het stikstofprobleem laat te wensen over volgens oppositiepartijen. Zij vinden dat het kabinet de regie moet pakken als de deadline van 2030 gehaald moet worden. Tweede Kamerlid voor het CDA Derk Boswijk zegt bij Goedemorgen Nederland dat er eerst meer instrumenten moeten komen voordat 2030 überhaupt iets kan worden gehaald.

Steeds meer mensen lijken het vertrouwen in de politiek te verliezen, concludeert ook Boswijk. Hij wijst erop dat het kabinet met harde deadlines komt voor de aanpak van stikstofreductie, maar in feite de samenleving – en met name de boeren – niet de middelen biedt om hen daarbij te helpen. “Er is nog geen stoppersregeling, geen innovatieregeling. Er is nog helemaal niks.”

Maar haken mensen af vanwege de stikstofaanpak, of is het juist vanwege het onderlinge politieke gesteggel tussen het CDA en D66? Boswijk denkt dat het zeker een rol speelt. Hij wijst erop dat “alle sectoren stikstof moeten reduceren, en niet alleen de landbouw. Daar hoor ik andere partijen niet over.” Als het aan de CDA’er ligt moet “het mes niet worden gezet op de keel van boeren of provincies, maar op het kabinet.”

Regeerakkoord openbreken

Het CDA wil het regeerakkoord openbreken om de streefdatum van 2030 te verplaatsen naar 2035. Coalitiepartij D66 wil daar niets van weten. Volgens Boswijk maakt het feitelijk niets uit of het 2030 of 2035 wordt. Hij haalt stikstof hoogleraar Wim de Vries aan die volgens Boswijk stelt dat het belangrijker is dat er nu snel stikstof moet worden gereduceerd. “Als we dan concluderen: waarom reduceren we nu niks, is het omdat we vasthouden aan harde deadlines. Misschien moeten we die energie steken in maatregels.”

Lees ook:

D66: als CDA af wil van 2030, moet partij met alternatief komen

Door: Matthijs Meulblok