In de Europese Unie moet een veel groter netwerk van oplaadpunten voor elektrische auto’s komen. Dat hebben onderhandelaars van het Europees Parlement en de Europese Raad dinsdag besloten.

Concreet is afgesproken dat er langs de belangrijkste Europese wegen elke 60 kilometer minimaal één openbaar laadpunt is. Verder moet het aantal oplaadplekken meegroeien met het aantal verkochte elektrische auto’s en moeten er laadpunten komen voor busjes en trucks.

Veel Europese automobilisten durven het niet aan om een elektrische auto te kopen, omdat er nog te weinig oplaadpunten zijn. De vrees bestaat dat ze daardoor hun accu niet op tijd kunnen opladen, bijvoorbeeld als ze op vakantie zijn in een ander land. Door het netwerk uit te breiden, moet dat probleem worden opgelost. Dit moet de EU helpen om het doel van 55 procent minder CO2-uitstoot dichterbij te brengen.

Naast oplaadpunten moet vanaf 2030 langs de belangrijkste wegen elke 200 kilometer een waterstofpunt komen voor personenauto’s en vrachtwagens. Verder is afgesproken dat havens walstroom moeten krijgen voor schepen die aanmeren. Ook voor vliegtuigen die staan te wachten op een luchthaven moeten er elektrische voorzieningen komen.

De plannen moeten nog officieel worden goedgekeurd. Dat gebeurt naar verwachting later op dinsdag.