De Cambridge-onderzoekers voegden bijna 200 wereldwijde onderzoeken onder miljoenen mensen samen en vergeleken de resultaten. Ze keken naar het verband tussen fysieke activiteit en het risico op hartaandoeningen, kanker en een vroege dood. Minstens 75 minuten per week stevig wandelen zorgt ervoor dat het risico op vroeg sterven (dus niet overlijden door ouderdom) met 23 procent vermindert, de kans dat je kanker krijgt met 7 procent omlaag gaat en bij hart – en vaatziekten zelfs 17 procent.

Het gaat niet om een loopje naar de koffieautomaat op je werk of slenteren door de stad, benadrukt inspanningsfysioloog Thijs Eijsvogels. Hij is beroepsmatig veel bezig met de link tussen bewegen en gezondheid. “Je hoeft niet per se naar de sportschool om je beweegminuten te halen. Je kunt ook prima naar je werk lopen of fietsen. Of gewoon elke dag een rondje doet. Het zorgt er letterlijk voor dat je lichaam in beweging komt. Je gebruikt je hart, longen en spieren, dat houdt je lichaam op peil en zorgt ervoor dat je fit bent.”

Wandelen is ook nog eens goed voor je brein, legt neuropsycholoog Erik Scherder uit in deze video:

Het laatste officiële advies in Nederland kwam in 2017 van de Gezondheidsraad. Daarin staat dat je 150 minuten per week, verdeeld over meer dagen, ‘matig intensief’ moet bewegen. Dat is twee keer meer dan de 11 minuten per dag die uit het grote onderzoek komen. Denk nou niet: fijn, nu kan ik mijn looprondje halveren of een dagje minder gaan sporten. Nog steeds geldt: hoe meer je beweegt hoe beter, zegt ook Eijsvogels: “We zien dat extra beweging nog meer gezondheidswinst oplevert.”

Helft Nederlanders haalt het niet

Je zou zeggen: 11 minuten per dag ervoor zorgen dat je hartslag omhooggaat, moet haalbaar zijn. Toch blijkt het nog best lastig. Volgens Eijsvogels komt uit onderzoek naar voren dat de helft van de Nederlanders de 150 minuten per week ‘matig intensieve’ beweging niet haalt, ondanks alle aandacht en campagnes. “Veel mensen hebben een zittend beroep. Dat zal ermee te maken hebben. En de bevolking wordt steeds ouder. Voor veel ouderen is het fysiek soms lastiger om te bewegen.”

Eijsvogels denkt dat de adviezen steeds persoonlijker kunnen worden door technologische ontwikkelingen. Stappentellers of andere apps kunnen precies zien hoeveel jij loopt en wat dat met je lichaam doet. “Dat is een goede ontwikkeling en het kan mensen ook stimuleren om meer te bewegen.” Hij adviseert mensen die het moeilijk vinden om dagelijks beweegminuten te halen, om haalbare doelen te stellen. “En doe iets waar je plezier in hebt. Elke stap telt.”