Dakloze Jerry bleek zoon overleden multimiljonair: ‘Als hij zoveel kon bereiken, dan kan ik dat ook’

[ad_1]

Het was 2010. Jerry was 27 en probeerde zich te ontworstelen aan het leven als dakloze toen hij tijdens een telefoongesprek met zijn stiefmoeder en vader hoorde dat zijn vader zijn vader niet was. “Het was een bevestiging van mijn gevoel. Maar ik was ook boos en verdrietig en zat vol vragen.”

Het was het begin van de zoektocht naar zijn echte vader, die eindigde met een positieve DNA-test met een kies van de overleden Bussumse zakenman Alfred Winkler. “99,99 procent kans dat hij mijn vader was, stond in de uitslag.”

‘Universiteit van het leven’

Jerry had een hard leven achter de rug. Op zijn LinkedInprofiel staat dat hij aan de ‘universiteit van het leven’ studeerde. Een eufemisme. Jarenlang sliep hij op straat of bij kennissen – hoewel slapen misschien een te groot woord is.

“Als je op straat leeft, dan zijn de nachten kort. Vaak sliep ik van één tot vijf, met één oog open en mijn rug ergens tegenaan, zodat ik niet van achteren kon worden aangevallen”, vertelt hij in de tuin van zijn rijtjeshuis in Almere. Een mooi, comfortabel huis, maar er straalt niet de rijkdom vanaf die je verwacht van een miljonairszoon, en dat is het eerste misverstand dat hij wil ontkrachten: “Ik ben echt geen miljonair. Nooit geweest ook.”

Diemen-Zuid

Hij steekt na wat aarzeling van wal. Het is geen tijd waaraan hij veel herinneringen heeft, en na de eerste acht jaar al helemaal weinig goede. In een (hele kleine) notendop: Jerry groeide op in Diemen-Zuid, waar hij met zijn moeder en acht jaar oudere broer woonde. Een heerlijke jeugd, totdat zijn moeder op zijn achtste een hersentumor bleek te hebben. Ze moest geopereerd worden en kon daarna niet meer voor hem en zijn broer zorgen. 

Daarom ging hij naar zijn opvoedvader en stiefmoeder. “Van de vijf jaar die ik daar heb gewoond, zijn denk ik drie weken leuk geweest.” Hij herinnert zich vooral dat hij heel veel gestraft werd. Liet hij het badkamerlicht te lang aan? Bonje. Keken ze tv? Dan werden de deurtjes van de tv-kast voor straf zo gehangen dat hij niet kon meekijken. “Als ik in bed lag, probeerde ik zo lang mogelijk wakker te blijven, genieten van de momenten waarop niemand boos werd omdat ik iets verkeerd deed. Maar als ik ’s morgens op moest dan baalde ik alweer dat ik hen onder ogen moest komen. Ik durfde nauwelijks te bewegen in huis en deed er op school alles aan om te moeten nablijven.”

Na meerdere keren te zijn weggelopen, kwam Jerry op zijn 14de in een internaat terecht. Op zijn 18de moest hij daar weg, omdat hij volwassen was. Hij ging nog even naar ‘hele lieve kennissen’ en die regelden een huisje voor hem. “Maar ik wilde daar alles inhalen wat ik al die jaren had gemist, doen wat andere jongens van mijn leeftijd deden. Dus ging ik uit met vrienden in plaats van mijn huur te betalen.” De rekeningen stapelden zich op, tot hij uit huis werd gezet. 

Een avontuur

“In het begin zag ik dakloos zijn als een avontuur. Ik wilde niet accepteren dat ik dat echt was. Als ik als kind een dakloze op straat zag, dan zeiden mijn ouders: als je niet leert en niet doet wat je moet doen, dan eindig je zo. Door alles wat er gebeurd was, had ik mijn middelbare school niet afgemaakt. In zekere zin hadden ze dus gelijk gekregen, maar die confrontatie kon ik nog niet aan.”

Jerry sliep soms bij kennissen en anders in portieken, bosjes en speeltuinen. En een enkele keer in hostels die zijn broer voor hem betaalde. In het begin werkte hij waar mogelijk om wat geld te verdienen, veelal in de horeca. “Maar je hebt als dakloze zo veel stress en bent zo moe van alles wat er speelt in je leven, dat was niet vol te houden.”

Alles om te overleven

“Ik sliep altijd met een oog open, met mijn rug tegen de muur zodat niemand mij van achter kon aanvallen. Om mezelf te verdoven ging ik blowen en alcohol drinken. En dingen doen die ik normaal nooit van mijn levensdagen zou doen: in hotels slapen zonder te betalen, stelen, liegen, bedriegen. Alles om te overleven.”

Op een dieptepunt werd hij door vrienden met zijn neus op de feiten gedrukt. “Ze zeiden: ‘Je moet nu naar het Leger des Heils, hulp zoeken. je hebt geen keus meer’, en hebben me bijna letterlijk voor de deur afgezet.

‘De hulpfase’, noemt hij het. Acht maanden sliep hij in een dag-en-nachtopvang, daarna ging hij door naar een instroomhuis, kreeg hij een daklozenuitkering en ging hij antikraak wonen. Ook ging hij weer wat werken. “Dat dak boven mijn hoofd was heel fijn, maar tijdelijk. En verhuizen naar een eigen plekje was geen optie: ik betaalde zo’n 150 euro per maand voor die antikraakwoning, ergens anders zou ik moeten kiezen tussen de huur of mijn schulden betalen. Ik zat voor mijn gevoel vast.” 

Bizarre omwenteling

En toen kwam de bizarre omwenteling in het leven van Jerry, in 2010. Hij ontdekte dat zijn vader zijn vader niet was. “Ik had al langer mijn twijfels, want ik leek niet op mijn vader en broer. Ook vond ik het moeilijk te begrijpen dat een vader zijn kind zo slecht behandelt. Tijdens een telefoongesprek kwam de bevestiging. Ik sprak mijn stiefmoeder en stelde de vraag: ‘Is hij wel mijn echte vader?’ ‘Dat moet je aan hem vragen’, zei ze. Nou, dan weet je genoeg.” 

Hoewel het vermoeden er al was, was het ook een klap. “Die mensen die me elke keer afstraften als ik loog, hadden mijn hele leven tegen me gelogen. Mijn hele identiteit was een leugen, zo voelde het.” 

Omdat Jerry’s moeder al was overleden, kon hij niet aan haar vragen wie zijn vader dan wel was. “Mijn broer en ik gingen haar gangen na, googelen wat we konden vinden. Mijn broer herinnerde zich dat ze toen hij klein was voor TechniPower had gewerkt. Daar googelden we op en we vonden een artikel over de nalatenschap van de directeur, Alfred Winkler. Ik heet Alfred Jan Jerry, zonder ooit te hebben geweten waar de naam Alfred vandaan kwam.” 

Gelijkenissen met Alfred Winkler

Jerry zocht contact met de journalist van het artikel, die bij de Volkskrant werkte. “We maakten een afspraak en toen hij mij zag, zag hij wel gelijkenis met foto’s die hij had gezien van Alfred Winkler. Niet lang daarna stond ik voor een gigantisch, duur kantoor van de advocaat van stichting die zijn nalatenschap beheerde – op mijn sandalen.” 

Het was een onzekere periode, die zijn hele leven veranderde. “Ik kwam terecht in een verhaal over een overleden multimiljonair die mijn vader kon zijn, maar daarvoor moest ik in contact komen met de mensen die zijn nalatenschap beheerden.”

“En rond die nalatenschap klopte van alles niet, had ik al gelezen. Zo ging het verhaal dat meerdere miljoenen van mijn vaders erfenis waren verdwenen en zou zijn testament in het jaar voor zijn dood meerdere keren zijn veranderd. Stond ik daar, als jongen van de straat. Ik moest maar zien hoe ik daar mijn weg in vond.”

Gekke dingen

Hij zei dat hij een kennis had die dacht dat hij misschien een zoon was van Alfred Winkler. “Dat voelde het veiligst, ik had geen idee wat ik kon verwachten.” Maar al snel prikte de advocaat die hij sprak, ‘meneer Vink’, daardoorheen. “Dat was een hele lieve man. Ik vertelde een stukje van mijn levensverhaal en hij bracht mij in contact met de advocaat van de stichting.”

“In de tussentijd bood meneer Vink aan dat ik tot we zekerheid hadden in een van zijn panden kon wonen. Drie verdiepingen, op een hele luxe locatie in de stad. Ik moest wel iets betalen, maar lang niet wat hij ermee had kunnen verdienen. Waarom hij dat deed? Ik weet het niet. Er gebeurden op dat moment zo veel gekke dingen in mijn leven dat ik dat niet heb gevraagd. Misschien wist hij dat er ooit een zoon van Alfred Winkler kon opduiken? Ik heb geen idee – ik weet ook niet of mijn vader wist van mijn bestaan. Maar ik kon de woonruimte goed gebruiken, dus ik stelde geen vragen.”

Een groot geluk dat Jerry had, is dat hij niet de eerste was die dacht een kind te zijn geweest van Alfred Winkler, die in 1992 was overleden. “Hij was kort voor zijn dood getrouwd en de dochter uit dat gezin dacht ook dat hij haar vader zou kunnen zijn. Zij had het voor elkaar gekregen dat zijn lichaam was opgegraven; dat was mij als willekeurige man zonder bewijs natuurlijk nooit gelukt. Zij was niet zijn kind, maar het DNA dat daarbij was verzameld kon wel gebruikt worden bij mijn DNA-test.” 

Heel onwerkelijk

En toen kwam het bericht: “Er was meer dan 99,99 procent kans dat ik de zoon was van Alfred Winkler. Nou dan staat je leven dus weer op zijn kop. Het stond op papier, maar het voelde nog heel onwerkelijk. Het was de bevestiging dat mijn hele leven een leugen was geweest. Ik had gelijk zo veel vragen, en zo veel gevoelens. Zoals de teleurstelling dat ik hem nooit zou leren kennen. Wie weet had hij wel van mij gehouden, onvoorwaardelijk, zoals het hoort als vader.” 

De journalist met wie hij eerder contact had gehad, stelde voor om er een artikel over te schrijven, misschien zouden daar dan mensen op reageren die Alfred Winkler hadden gekend en Jerry iets meer over hem konden vertellen. Jerry ging akkoord, en toen hij een paar dagen later wakker werd, had hij het gevoel op een rijdende trein te zijn gestapt die de jaren daarna niet meer zou stoppen.

‘De dakloze miljonairszoon’

“Ik kreeg een berichtje van iemand die het in de Telegraaf had zien staan. Ik zei nog ‘nee joh, het staat in de Volkskrant’. Maar het was overal overgenomen: in kranten, op teletekst. Toen ik een krant ging kopen bij de kiosk, zei de verkoper: ‘Mooi verhaal man!’ Stond het er twee pagina’s groot in. Voordat ik het wist stond ik bekend als de dakloze miljonairszoon en had het advocatenkantoor er wekenlang een dagtaak aan om media te woord te staan.” 

Diezelfde avond zat hij bij de talkshow Pauw & Witteman. “Zo sta je bij het Leger des Heils en loopt iedereen je neerbuigend na te kijken, en zo zit je bij een talkshow met meer dan een miljoen kijkers en wil iedereen weten wie je bent”, zegt hij daar nu over.

‘Van nobody naar somebody’

“Ik ging van een nobody naar een somebody, en ging overal op in omdat ik wilde laten zien dat het beeld van de ongewassen, verwilderde dakloze niet altijd klopt. Iedereen kan dakloos worden. Ik hoopte dat ik iets kon veranderen voor de mensen die nog op straat leefden. Maar daardoor had ik niet de tijd om te verwerken wat er was gebeurd. Ik zat in Franse en Engelse tv-shows, was te zien in Vietnamese media, er werd een boek over me geschreven, er was sprake van een verfilming, zelfs uit Amerika kwam een aanbod voor een film.”

Het is het sprookje dat iedereen zag. Maar achter de schermen waren er vragen, onzekerheden, moest Jerry zijn leven weer zien op te pakken. “Ik was te laat om aanspraak te maken op mijn kindsdeel van de erfenis, dat kan je tot vijf jaar na overlijden opeisen en mijn vader was al 18 jaar dood. De stichting besloot wel een stichting voor mij op te zetten, waaruit ik mijn schulden kon afbetalen en een tijd goed kon leven. Het gaf me de mogelijkheid om verder te kijken dan naar hoe ik de dag of de week zou doorkomen.”

Alles zelf opgebouwd

Hoe groot het bedrag is dat hij kreeg, vertelt hij niet. “Maar ik was zeker geen miljonair. Ik vind het jammer dat mensen dat denken. Alles wat ik nu heb – dit huis, de auto – hebben mijn vrouw en ik samen opgebouwd door keihard te knokken.” 

Maar naast dat hij het geld kreeg, werd Jerry in die tijd ook geconfronteerd met een onderzoek naar tientallen miljoenen die na de dood van zijn vader zouden zijn weggesluisd en met verhalen over zijn vader, die een dubieuze reputatie had. “Zo kreeg ik eens een berichtje van iemand die het boek Bekentenissen van een meestersmokkelaar had gelezen. Daar stond mijn vader in, en voor de context van wie hij was ook mijn naam.”

Andere kant van Alfred Winkler

“Ik belde de uitgever en kwam zo in contact met de man die het boek had geschreven. Die vertelde over de andere kant van mijn vader, die schimmiger is. Wat daar precies van klopt weet ik niet, ik wil het ook niet weten. Ik heb toen besloten om niet verder in zijn verleden te spitten. Ik heb zelf een beeld gecreëerd van wie hij was, en dat vind ik oké zo. Wat dat beeld is? Een zeer eigenzinnige man die in zijn eentje heel veel heeft bereikt. Die eenzaam is gestorven, maar wel een sterke persoonlijkheid heeft gehad.”

Of dat een beeld is waarin hij zichzelf herkent? “Dat weet ik niet. Maar ik denk wel: als mijn vader zoveel kon bereiken, dan moet mij dat ook lukken, want het zit dus in mijn bloed. Niet met dubieuze zaken, maar op mijn manier.”

Echte rijkdom

Hij geeft lezingen over zijn verhaal en de kennis die hij daardoor heeft over de hulpverlening, en is de Winklerstichting aan het opstarten. “Het is nu de tijd om mijn ervaring en kennis in te zetten voor anderen. Met de stichting wil ik mensen die op het randje van de armoede zitten door de inflatie of andere omstandigheden en nog geen recht hebben op andere hulp, een kans bieden weer grip op hun leven te krijgen. Daarmee gaan we dit najaar van start in Almere.”

“De afgelopen zes jaar heb ik in de psychosociale verslavingszorg gewerkt, waar ik veel hele goede hulpverleners heb leren kennen. Maar in de officiële zorg zit je vast in stramienen. Veel mensen die daar werken willen heel graag meer doen dan ze kunnen, maar ze worden tegengehouden door regeltjes. Ik heb daarin iets meer ruimte, en die zal ik ook gebruiken als ik mensen daarmee help.”

En ook privé heeft hij een heel ander leven dan zijn vader. “Ik heb dan misschien geen miljoenen, maar ik heb de echte rijkdom: een geweldige, lieve, sterke vrouw, twee geweldige kinderen – die biologisch niet van mij zijn maar wel zo voelen – en een derde op komst. Ik heb een dak boven mijn hoofd, geen zorgen over hoe ik de dag doorkom. Ik heb echt een fantastisch leven – dat besef ik misschien wel des te meer omdat ik het ooit niet had.”

Zondaginterview

Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto’s van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar diegene bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.

Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl

Lees hier de eerdere zondaginterviews.

[ad_2]

https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5384451/zondaginterview-jerry-winkler-dakloze-miljonairszoon-stichting