Het gaat om het Willow-project in het noorden van Alaska. Met het project is zo’n 7 miljard euro gemoeid en uit het veld kunnen tot 180.000 vaten olie per dag worden gehaald. Het zou miljarden aan belastingen opbrengen voor de staat Alaska, die zwaar leunt op inkomsten uit de olie-industrie.

Ook zorgt het voor enkele duizenden tijdelijke banen en honderden permanente arbeidsplaatsen. ConocoPhillips mag op drie verschillende plekken boren. Verder moeten er wegen, bruggen en pijplijnen worden aangelegd. Het is het grootste nieuwe olieproject in de noordelijke staat in vele jaren.

In de aanloop naar de verkiezingen beloofde Biden geen toestemming meer te geven voor nieuwe boorprojecten voor fossiele energie. De beslissing van maandag druist daar dus tegenin. Wel gaat het om een afgezwakt plan. Aanvankelijk wilde ConocoPhillips op vijf plekken boren.

Tegelijkertijd met de goedkeuring besloot Biden om de Beaufortzee boven Alaska af te grendelen voor olie- en gasprojecten. Ook in sommige gebieden op land zijn boringen naar fossiele energie niet meer toegestaan.

Ondanks die maatregelen hebben klimaatgroepen geen goed woord over voor de plannen. Ze vrezen grote natuurschade en hebben aangekondigd rechtszaken te starten om de boringen tegen te houden.