Huisdieren en gezinsuitbreiding: volgens experts van het Academisch Dierenziekenhuis aan de UU gaat het geregeld mis. “Dieren vinden kinderen soms beangstigend of stressvol. Dat kan in extreme gevallen tot agressie leiden”, vertelt universitair docent diergedrag Claudia Vinke aan Editie NL.

Baasjes zien dat vaak niet aankomen. “Ze denken: er komt een kind, dat wordt opgenomen in het gezin, en alles en iedereen wordt straks vanzelf een harmonieus geheel. Maar zo werkt het in de praktijk niet.”

Als het probleem aan het licht komt, is het meestal al te laat. “Dat leidt tot veel verdriet. Als er agressie in het spel is, trekt het dier altijd aan het kortste eind. De hond of kat belandt in het asiel. Dat is natuurlijk een heel akelige situatie.”

Daarom is het belangrijk om preventief te handelen. Samen met collega’s van de UU heeft Vinke een brochure met informatie en tips ontworpen die wordt verspreid onder dierenartsen. Zo staat erin hoe je je huisdier stap voor stap kan voorbereiden op de geboorte van de baby en waar je op kunt letten als het kind er eenmaal is.

‘Oefenen’ met huisdier

Ook raden de experts in de brochure aan om eerst een kind te nemen en daarna pas een huisdier in plaats van andersom. “Mensen met een kinderwens nemen soms een hond of kat om ‘alvast te oefenen’. Als ze voor een dier kunnen zorgen, moet een kind ook wel lukken, zeggen ze. Dat willen we voorkomen”, vertelt Vinke. “Begin eerst met een kind en kijk daarna maar eens of je nog geld, tijd en ruimte over hebt voor een dier.”

Die volgorde werkt volgens haar beter. “Dan kunnen je kind en puppy samen opgroeien. Als je eerst een hond neemt heeft die misschien al zijn territorium afgebakend. Of hij is niet helemaal goed gesocialiseerd. Het kind kan dan voelen als indringer.”