[ad_1]
De achtergestelde positie van vrouwen ten opzichte van mannen in Nederland verdwijnt de komende jaren sneller dan tot nu toe het geval was. Dat voorspelt de leider van de Nederlandse inbreng in een wereldwijd onderzoek naar ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Hij krijgt bijval van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en experts.
De kansenongelijkheid tussen mannen en vrouwen wordt al zeker sinds 2006 kleiner. De voorspelde Nederlandse versnelling in het voordeel van vrouwen is volgens onderzoeksleider Henk Volberda te danken aan recent overheidsbeleid.
Een voorbeeld is betaald ouderschapsverlof. Sinds augustus vorig jaar krijgen vaders en moeders in loondienst negen weken lang 70 procent van hun salaris doorbetaald als ze voor hun pasgeboren kind zorgen.
Belangenorganisaties hebben kritiek op de maatregel. Die zou niet ver genoeg gaan, vooral voor jonge ouders met een lager inkomen. Maar Volberda denkt dat het betaald ouderschapsverlof op termijn positief uitpakt voor jonge moeders.
Vaders en moeders kunnen door het verlof de zorgtaken eerlijker verdelen, zegt de bedrijfskundige. Hetzelfde geldt als het kabinet de bijna gratis kinderopvang voor werkende ouders erdoorheen krijgt.
Statistiekbureau CBS constateerde woensdag na onderzoek dat na de geboorte van het eerste kind vooral moeders nog steeds minder gaan werken. Hoewel veel ouders werk en de zorg voor kinderen gelijk willen verdelen, lukt dat vaak niet.
Grotere betrokkenheid van partner
Hoogleraar Renske Keizer van de Erasmus Universiteit Rotterdam, gespecialiseerd in ouderschap, verwacht op twee terreinen positieve effecten door betaald ouderschapsverlof. Die effecten gelden met name wanneer het verlof volledig vergoed wordt.
“We weten uit onderzoek dat een grotere betrokkenheid van de partner bij de zorg voor het kind samenhangt met positieve uitkomsten voor zowel kind, moeder als partner”, zegt Keizer.
“Daarnaast kan, onder de juiste omstandigheden, betaald ouderschapsverlof specifiek voor de partner bijdragen aan een stijging in de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen. En daarmee ook aan een stijging in de economische zelfstandigheid van vrouwen.”
Het Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE) heeft onderzoek gedaan naar ouderschapsverlof in EU-lidstaten. “Als de vergoeding meer dan 66 procent van het salaris is, moedigt dat kersverse vaders aan om er gebruik van te maken”, zegt een woordvoerder. “Daardoor kunnen de moeders beter deelnemen op de arbeidsmarkt, wat hun positie verbetert.”
Over de nieuwe Nederlandse data
- Hoogleraar Strategie en Innovatie Henk Volberda heeft de Nederlandse data verzameld voor het onderzoek van het World Economic Forum (WEF) naar ongelijkheid tussen mannen en vrouwen wereldwijd. Dat doet hij sinds 2006 elk jaar. De gegevens zijn nog niet openbaar.
- Volberda is leider van het Amsterdam Centre for Business Innovation (ACBI) van de Universiteit van Amsterdam. Dat heeft de Nederlandse gegevens voor het WEF-onderzoek in beheer.
- Het ACBI stuurt jaarlijks uitgebreide vragenlijsten naar de managers van bedrijven. Ook maakt het ACBI gebruik van openbare gegevens, via bijvoorbeeld statistiekbureau CBS. Het onderzoeksteam kijkt naar gezondheid, onderwijs, invloed in de politiek en werk.
SCP verwacht ook versnelling
Econoom en sociaal wetenschapper Maroesjka Versantvoort van het SCP denkt ook dat de kloof tussen mannen en vrouwen sneller kan worden gedicht. Daarbij kunnen kabinetsmaatregelen zoals betaald ouderschapsverlof helpen.
“Het kan een stimulans zijn om arbeid en zorg te combineren en de taakverdeling tussen mannen en vrouwen evenwichtiger te laten zijn”, zegt Versantvoort. Maar de achterstand helemaal opheffen zal met alleen deze maatregelen niet lukken, verwacht ze. “Daarvoor is meer nodig.”
Als voorbeeld geeft Versantvoort de zorg. Vrouwen zijn daarin oververtegenwoordigd. “Vrouwen volgen vaker een opleiding die voorsorteert op een beroep waarin het gebruikelijker is om in deeltijd te werken. Wie in deeltijd werkt, stroomt minder gemakkelijk door naar een hoge functie.”
In Nederland is sprake van een deeltijdcultuur. Deels komt dat doordat veel vrouwen dat zelf willen. Maar het heeft volgens Versantvoort ook te maken met de inrichting van de arbeidsmarkt.
“Door de roosters in de zorg is het bijvoorbeeld erg moeilijk om fulltime te werken en zo makkelijker door te stromen naar hogere, beter betaalde functies”, licht ze toe. “Daar ligt dus nog een taak voor de overheid en werkgevers.”
Quotum voor raad van commissarissen bevordert gelijkheid
Sinds januari 2022 geldt een wettelijk vrouwenquotum voor raden van commissarissen van grote bedrijven. Die moeten voor minimaal een derde uit vrouwen bestaan. Ook deze ontwikkeling bevordert de gelijkheid van vrouwen.
Een vrouwenquotum heeft bovendien een extra effect, legt onderzoeksleider Volberda uit. “Meisjes zien zo meer voorbeelden om later ook dat soort posities te ambiëren.”
In september vorig jaar werd al bekend dat beursgenoteerde bedrijven voor het eerst meer vrouwen dan mannen hadden benoemd in deze raden.
De Dutch Female Board Index 2022 onderzocht 89 beursgenoteerde bedrijven. Het aantal dat aan de eisen van de wet voldeed was het jaar ervoor gestegen van 61 naar 72. Het aandeel vrouwen steeg van 33 naar 38 procent.
Voor raden van bestuur, die de dagelijkse leiding hebben in een bedrijf, geldt nog geen quotum. In het jaar voor september 2022 waren in de beursgenoteerde bedrijven maar 5 van de 32 nieuwe benoemingen vrouw. Dat was zelfs een fors kleiner aandeel dan in de jaren ervoor. Het totale aandeel van vrouwelijke bestuurders bleef steken op 15 procent. Het jaar ervoor was dat 14 procent.
‘Geef als overheid het goede voorbeeld met een vrouwenquotum’
Volberda vindt het een goed idee als de overheid zichzelf ook een vrouwenquotum oplegt. Dat zou volgens hem het goede voorbeeld geven.
Op het gebied van salaris is er ook nog een slag te maken. In november meldde het CBS dat vrouwen nog steeds minder verdienen dan mannen. Dat geldt ook na correctie op bijvoorbeeld opleidingsniveau, werkervaring en functieniveau. Het verschil nam tussen 2008 en 2020 wel ieder jaar licht af.
Vrouwen verdienden in 2020 in het bedrijfsleven na correctie zo’n 6 procent minder dan mannen. Binnen de overheid was dat ongeveer 3 procent.
Volg vrouwenrechten
Achterstanden met IJsland en Noorwegen inlopen
De ranglijst naar ongelijkheid tussen vrouwen en mannen wordt jaarlijks uitgegeven door het World Economic Forum (WEF). De ruim 140 deelnemende landen hebben de gegevens voor de aankomende ranglijst al ingeleverd. Of het nieuwe Nederlandse beleid dit jaar al zorgt voor een sprong op de lijst, weet Volberda niet.
Nederland stond in de recentste lijst op plek 28. Dat was ruim onder buurlanden België (veertiende plek) en Duitsland (tiende). “Het kabbelde maar door”, zegt Volberda. “We schommelden de laatste jaren steeds tussen plek twintig en dertig.” Maar hij denkt wel dat ons land de achterstand op koplopers IJsland en Noorwegen de komende jaren versneld gaat inlopen.