[ad_1]
Het aantal flexwerkers is in het vierde kwartaal van vorig jaar met 64.000 toegenomen tot 2,7 miljoen. Het ging vooral om flexkrachten met relatief veel zekerheid in hun contract. Daarmee maken ze een goede kans op een vaste aanstelling.
Verder kregen in die periode 103.000 mensen een vast contract en kwamen er 128.000 zelfstandigen bij, melden statistiekbureau CBS en onderzoeksbureau TNO dinsdag. Naar verhouding nam het aantal zelfstandigen het sterkst toe. Met name het aantal zzp’ers groeide.
Het CBS en TNO onderscheiden verschillende typen flexibele contracten. In vergelijking met het vierde kwartaal van 2021 nam vooral het aantal werknemers met een tijdelijk dienstverband met uitzicht op een vaste aanstelling toe (14 procent).
Tegelijkertijd groeide het aantal krachten met een tijdelijk dienstverband voor een jaar of langer met 6 procent. Maar het aantal oproep- en invalkrachten nam met 3 procent af en het aantal uitzendkrachten daalde met 1 procent.
Zo’n negenduizend flexwerkers maakten in het vierde kwartaal van 2021 de overstap van oproep- of uitzendkracht naar zzp’er. Een jaar later waren dit er zestienduizend. Dat komt neer op een toename van 70 procent.
Hogere arbeidsparticipatie onder jongeren
De arbeidsparticipatie onder jongeren was in het vierde kwartaal hoger dan een jaar eerder. Naar verhouding nam vooral het aantal 15- tot 25-jarigen met een tijdelijk contract van een jaar of langer toe. Met 121.000 werkenden was de groep 10 procent groter dan eind 2021.
Het aantal oproepkrachten daalde met achtduizend (1 procent), maar dit is met 41 procent nog altijd de grootste groep onder werkende jongeren. Daar staat tegenover dat het aantal jonge zzp’ers met 24.000 (41 procent) toenam.
Ook onder andere leeftijdsgroepen steeg de arbeidsparticipatie. Net als bij jongeren nam het aantal zzp’ers onder oudere flexwerkers toe. Het ging om een toename van 65.000 (10 procent) onder 25- tot 55-jarigen en een toename van 51.000 (14 procent) onder 55- tot 75-jarigen.
In deze leeftijdsgroepen steeg ook het aantal werknemers met een tijdelijk contract met uitzicht op een vaste aanstelling. Het ging om stijgingen van respectievelijk 59.000 en 9.000 (15 procent en 22 procent).