[ad_1]
Fout 1: Op het verkeerde moment snoeien
Wanneer je een plant, boom of struik het beste kunt snoeien verschilt per soort. Hoewel je dit in de meeste gevallen vooral in de winter doet, wanneer ze in rust zijn, zijn er toch ook een hoop uitzonderingen. Doe je dit op het verkeerde moment, dan kunnen er infecties ontstaan, kunnen ze sap gaan bloeden of zelfs sterven. Ook kan het zo zijn dat je per ongeluk bloemknoppen wegsnoeit of de plant juist gevoeliger maakt voor ziektes.
Dus let op: Zoek dus altijd per plant, boom of struik uit wanneer deze gesnoeid moet worden én wanneer vooral niet.
Fout 2: Niet boven een knoop snoeien
Ook de specifieke plek waar je de schaar in de takken zet is bepalend voor het succes van de snoeibeurt én de gezondheid van de plant. Het advies? Knip altijd boven een knoop, oftewel de plek waarop bladeren, knoppen en nieuwe scheuten uit de stengel komen. Dit voorkomt dat de uitsteeksels die anders daarboven zouden blijven zitten afsterven, waardoor ziektes zouden kunnen binnendringen.
Zo moet het dus wel: Zorg dat er niet meer dan 1 centimeter boven de knoop achterblijft, maar let ook op dat je niet te dicht op de knoop knipt, want ook dat kan de plant beschadigen.
Fout 3: Recht afknippen
Een andere veelgemaakte fout is het recht afknippen van de takken en stengels. Klinkt misschien niet zo ernstig, maar hierdoor loopt je plant wel risico op het binnendringen van schimmelinfecties. Hierdoor kan water namelijk makkelijker op de snijwond blijven staan, wat zorgt voor een aantrekkelijk klimaat voor schimmels.
Dus: snoei altijd schuin, zodat waterdruppels sneller van de snijwond af kunnen stromen.
Fout 4: Te veel wegsnoeien
Let ook op dat je niet te enthousiast in de weer gaat met je snoeischaar. Onthoud dat de stengels en bladeren ervoor zorgen dat de plant voedsel kan opnemen. Verwijder je hier te veel van in een keer, dan kan de plant in shock raken. Het herstellen hiervan kan erg lang duren, of zelfs helemaal uitblijven.
Zo moet het dus wel: Zoek altijd per plant op hoe én hoeveel je moet snoeien. Snoei in het algemeen niet te ver terug, tenzij er wordt aangegeven dat je ‘m ‘hard’ moet terugsnoeien. Ook wordt er geadviseerd om maximaal een vijfde van het totaal weg te snoeien.
Fout 5: Een vieze of botte snoeischaar gebruiken
Een scherpe én schone snoeischaar is een must. Zo gaat je snoeigereedschap niet alleen langer mee, het is ook nog eens veiliger, het werkt makkelijker en het is bovenal beter voor je plant. Met een scherpe snoeischaar maak je namelijk een zuivere snede die goed geneest. En door ‘m schoon te houden voorkom je dat je ziektes tussen je planten verspreidt.
Dus let op: Maak je snoeigereedschap na ieder gebruik grondig schoon én slijp ze regelmatig. Zorg er daarnaast voor dat ze goed geolied blijven voor je eigen gemak en veiligheid.
Fout 6: Dode en afstervende takken laten zitten
Er zijn verschillende redenen waardoor een deel van een plant of boom af kan sterven. Bijvoorbeeld door vorstschade, stormschade, schurende takken of verkeerd snoeien. Hoe dan ook, is het belangrijk de dode en afstervende takken weg te snoeien. Doe je dit niet, dan kunnen schimmels en bacteriën hier makkelijk in binnendringen.
Dus let op: Merk je beschadigingen op? Snoei dan beter gelijk het beschadigde deel meteen weg.
Fout 7: Kanker bij vruchtbomen niet wegsnoeien
Ook onder sommige fruitbomen komt kanker voor, waardoor ze behoorlijk aangetast kunnen worden. Deze ziekte verspreidt zich via de lucht en kan via beschadigd hout de boom binnendringen. De Prunus (pruimen, kersen, sleedoorns en amandelen) zijn vaak het slachtoffer van bacteriekanker. Er is echter ook een schimmel die vruchtboomkanker kan veroorzaken, wat voornamelijk bij appelbomen voorkomt. Meer daarover lees je hier.
Kanker bij vruchtbomen voorkomen of tijdig ingrijpen: Door je fruitbomen in de gaten te houden en vroege tekenen van kanker op te merken én direct weg te snoeien kun je de groeikracht van de boom herstellen. Doe je helemaal niets of grijp je te laat in, dan kan de levensverwachting van de boom aanzienlijk verkorten.