De politie voerde half april een controle uit aan de woning van W.S. en stelde vast dat twee mensen korte tijd naar binnen waren geweest. Ze kwamen allebei buiten met drugs. Een van de mannen gaf ook toe dat hij cannabis had gekocht bij de bewoner.

Tijdens de huiszoeking vond de politie 31 gram cocaïne, 19 gram amfetamines, 14 gram cannabis, hoeveelheden hormonen en speed en een alarmpistool. “Terwijl het zoontje gewoon thuis was, lagen de drugs op tafel”, foeterde de openbare aanklager.

De verdediging vond dat de bewijslast voor het verkopen van drugs heel mager was. “Mijn cliënt is vooral zelf een zware gebruiker, maar geen dealer”, zei de raadsman van de Willebroekenaar. Die stelde voor om de man te laten begeleiden door de drugsopvolgingskamer. Of de rechtbank daarmee instemt, weten we op 12 juli.

 tdk