[ad_1]
In 2022 zijn er 1.223 inbreuken vastgesteld bij inburgeraars die de verplichtingen van hun inburgeringstraject niet naleven. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Maaike De Vreese (N-VA) heeft opgevraagd. Niet in alle inbreukdossiers is er een beslissing genomen. De Vreese dringt er bij minister van Inburgering Bart Somers (Open VLD) op aan “een versnelling hoger te schakelen en een beslissing te nemen bij elke inbreuk”.
Bron: BELGA
Nieuwkomers die zich in Vlaanderen vestigen, moeten naargelang hun verblijfsstatuut al dan niet een verplicht inburgeringstraject volgen. Wanneer een inburgeraar de verplichtingen van zijn traject niet naleeft, wordt er een inbreukdossier opgesteld en kan de inburgeraar een boete krijgen.
Uit cijfers die N-VA-parlementslid Maaike De Vreese heeft opgevraagd, blijkt dat er vorig jaar niet alleen 10 procent minder inburgeringscontracten zijn afgesloten (20.753), maar ook dat het aantal inbreukdossiers met een kwart is gedaald tot 1.223. De daling komt onder andere door het gewijzigd inburgeringsbeleid dat sinds maart 2022 van start is gegaan. Daardoor moeten nieuwkomers die uit vrije wil het inburgeringstraject volgen (zoals bijvoorbeeld EU-onderdanen) betalen voor het inburgeringstraject. De combinatie van het vrijwillig karakter en het betalend maken van het inburgeringstraject vanaf september dit jaar maakt een sanctionering niet langer noodzakelijk.
De meest voorkomende redenen voor het opstarten van een inbreukdossier zijn het niet regelmatig deelnemen aan de cursussen, zich niet tijdig aanmelden voor het inburgeringstraject of het traject onrechtmatig vroegtijdig beëindigen.
Voor de 884 inbreukdossiers die al zijn behandeld, werden er 401 boetes uitgeschreven. Het gros van de boetes (84 procent) betreft een boete van minder dan 500 euro. Drie inburgeraars kregen dan weer een boete van 5.000 euro.
De Vreese dringt ook opnieuw aan op een betere informatie-uitwisseling tussen het Vlaamse en het federale niveau, meer bepaald tussen het Vlaams Agentschap Integratie en Inburgering en de federale Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). Die informatie-uitwisseling is ook voorzien in het nieuwe inburgeringsdecreet dat intussen meer dan een jaar operationeel is. Maar de effectieve uitwisseling moet volgens De Vreese uitgewerkt worden. Dat die informatie-doorstroming uitblijft, is voor de N-VA-politica onbegrijpelijk.